heeft Majoor Kroon mijne: „Gesprekken over Tactiek" in het onderwerp betrokken en wil ik daarop gaarne van antwoord dienen. Doch hierover later. C' schrijft in zijn jongste artikel, „Het is ons evenwel allengs duidelijk geworden, dat de gedachtenwisseling over het door ons te berde gebrachte onderwerp dreigt vast te loopen, omdat een ieder zijn eigen uitleg heeft voor de begrippen verkennen en beveiligen". Dat moet worden voorkomen en daarom wil ik een bescheiden poging aanwenden de hoofdzaken, waaromtrent meeningsverschil bestaat, nog eens van een andere zijde te belichten. A. Verkennen. Allereerst moet men het eens zijn over de urgentie van ver kennen. Wanneer men vermeent dat de resultaten van verkenningen in eersten termijn bij het opmaken van het gevechtsplan door den bevelhebber van geen of weinig invloed kunnen zijn, dan is er een kloof, welke moeilijk te overbruggen zal zijn. De krijgsgeschiedenis toont echter aan, dat een tijdig weten door alle tijden heen voor den veldheer van het grootste belang is geweest. Voordat de vliegdienst als vijfde wapen aan het leger werd toegevoegd, was alleen het wapen der cavalerie bij uitstek ge schikt voor de verkenning en wel daarom, omdat het ruiterwapen in het paard het middel bezit, om zich snel te verplaatsen en door die snelheid in staat is tijdig berichten in te winnen en over te brengen. In het algemeen kan men zeggen, dat de cavalerie haar bruik baarheid (bestaansrecht) ontleent aan de snelheid van het paard. Wenscht de bevelhebber dus tijdig gegevens, welke op grooten afstand moeten worden verkregen, dat hij dan ook behalve van het vliegtuig, van de snelheid van het cavaleriepaard gebruik make om dat doel te bereiken. Op welken afstand de cavalerie vooruit moet om deverlangde gegevens te verschaffen, hiervoor zijn in het algemeen geen ge tallen te geven. In elk bijzonder geval moet dat door den bevel hebber worden beoordeeld, doch wel is het noodzakelijk, dat de voorschriften niet remmend werken, door de cavalerie aan te kleine afstanden te binden. Zoovele factoren kunnen van invloed zijn op het bepalen van den afstand, waarop de verkennende cavalerie vooruit moet wor den gezonden, dat een schema voor de bewegingsvrijheid bij het gebruik van de cavalerie niet juist kan zijn. De bevelhebber stelt vast wat hij wil weten en wanneer hij die gegevens in zijn bezit moet hebbenformuleert in verband 76

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 2