zich aan de hand van de kaart vlug in het terrein te oriën- teeren en te verplaatsen en die gemakkelijk met de bevolking weten om te gaan. Voor die taak eigent zich de troepen officier het meest. Een flinke luitenant, onderluitenant of adjudant-onderofficier uit den troep, die naast handigheid, den noodigen praktischen zin bezit, die zijn korpscommandant inzake allerlei interne verplegingsaangelegenheden juist weet te adviseeren en als het noodig is handelend weet op te treden voor het doen van kleine aanschaffingen zal voor de verpleging van den troep van onschatbare waarde blijken en bij den soldaat een sfeer van gerustheid scheppen omtrent de voor hem zoo belangrijke aan gelegenheid van voeding, ligging enz. De zoo bekende uitdrukking „de weg naar het hart van den soldaat loopt door zijn maag" geldt niet alleen voor de Intendance-, doch is evenzeer van toe passing voor den verplegingsofficier, die de intendance-verpleging tot een bevredigend einde moet brengen. De moderne oorlog eischt reeds zooveel officieren voor speciale diensten, dat men vaak geneigd zal zijn voor dezen dienst, die door velen als secundair wordt beschouwd, iemand aan te wijzen die men bij den troep het beste kan missen, omdat hij öf misschien niet het noodige overwicht bezit om in het gevecht handelend op te treden öf physiek minder geschikt is, öf om andere rede nen, in ieder geval niet een der flinksten. Ofschoon begrijpelijk, kunnen wij er niet voldoende nadruk op leggen hoe 'n absoluut verkeerd standpunt dit is. Een goede en degelijke verpleging is van het hoogste belang voor het be houd van de strijdvaardigheid van den troep en een voornaam middel ter bevordering van den goeden geest onder de soldaten, wil men die goede hoedanigheden van den soldaat te velde dan ook bevorderen, zoo zorge men ervoor dat naast andere (moreele) factoren die daartoe kunnen leiden, de interne verpleging van den troep in alleszins bekwame handen berust. Volgens punt (2) van artikel 216 A. T. V. blijft het toezicht op de verdere verdeeling van de verplegingsartikelen bij de onder deden, zoomede de zorg voor de bereiding van de spijzen onder alle omstandigheden tot de taak van de troepenofficieren behooren. De administratie-verplegingsofficier is dus eigenlijk niets anders dan een tusschenschakel tusschen de eenhedenIntendant- Troep zoodra hij zijn verplegingsartikelen heeft afgeleverd is zijn bemoeienis met de verpleging afgeloopen en kan hij zich verder aan zijn eigen administratieve taak wijden. Volgens meergenoemde „Beginselen" heeft de verplegingsoffi cier uit den troep behalve voor de verdeeling ook voor de be reiding van de spijzen zorg te dragen. Aangezien hij zelf uit den troep voortkomt, kan hem dit met een gerust hart worden toevertrouwd. 123

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 49