aan officieren, onderluitenants of adj. o. on. geen dezer personen beschikbaar kunnen worden gesteld, een ander onderofficier u i t den troep (niet de fouriers) aan, b. v. een sergeant-majoor instructeur of flink sergeant. Voor deze categorie van militairen toch is de kans niet uitgesloten dat zij later in oorlogstijd eventueel met die taak zullen worden belast. Zoo eenigszins mogelijk late men echter jonge officieren uit den troep bij toerbeurt in deze functie optreden, op dat zij zich van deze taak op de hoogte kunnen stellen en eventueel later als korpscommandant een gezond oordeel kunnen vellen over de ver pleging van hun korps te velde. 130

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 56