Bij de Marine heeft het gebruik van kunstmatigen rook eerder
ingang gevonden. Zoo lezen wij in „Chemical warfare" van Fries
and West op blz. 310, dat in Augustus 1913 gedurende de
vlootmanoeuvres nabij den Oostelijken ingang van „Long Island
Sound" zoowel bij dag als bij nacht met succes rookschermen
werden toegepast.
Nadat in den wereldoorlog de aanvaller bij de gaswolkaan-
vallen het groote voordeel van maskeering had leeren waardeeren,
(de chloorwolk was n. 1. geelgroen gekleurd en gaf den aan-
valstroepen gezichtsdekking) nam het gebruik op het gevechtsveld
meer en meer toe; bij den aanvaller om de gelegenheid te schep
pen achter (onschadelijke) wolken voorwaarts te gaan, bij den
verdediger om zich achter een rookscherm aan het gevecht te
onttrekken of de vuuruitwerking van den aanvaller te verkleinen.
Werd aanvankelijk rook slechts gebruikt bij locale ondernemingen
in den stellingoorlog, later vond dit middel ook toepassing bij
groote slagen in den bewegingsoorlog. Doch ook reeds vóór men
de maskeering gevende chloorwolk had leeren waardeeren, n.l.
in October 1914 zien wij, dat met succes van kunstmatige rook
gebruik wordt gemaakt en wel bij La-Bassée, waar door een
rookmasker kon worden voorkomen, dat het grootste deel van
een compagnie werd afgesneden.
Als een eerste beginsel voor de toepassing van rook ter mas
keering geldt, dat het element verrassing, nimmer uit het oog
mag worden verloren. De aanvaller moet er naar streven den
vijand te misleiden omtrent het juiste punt van aanval, terwijl
hij daarnaast zal neen moet trachten den tegenstander te ver
leiden bijzonderheden van zijn verdedigingsplan te openbaren of
(en) hem tot munitie verspillen te brengen.
Ook aan het gebruik van rook (nevel) ter misleiding moeteen
wel overwogen plan ten grondslag liggen. Ieder schematisch
gebruik van rook is dan ook uit den booze. Weet de verdediger, dat
achter iedere rookwolk een aanval zal volgen, dan stelt hij zich
hiertegen te weer.
Hieruit volgt weer dat het niet alleen noodig is, dat de wolk
afmetingen heeft van voldoende uitgebreidheid, doch ook dat
op verschillende deelen van het front gelijktijdig rookwolken
moeten worden losgelaten, om op die wijze den verdediger om
trent het juiste aanvalspunt in het duister te doen tasten.
In „Rook en Nevel, voor Maskeering" door S. Schilderman
lezen we op blz. 32
„Bovendien moet men er naar streven, dat het rookscherm
„steeds zoover mogelijk voor het doel ligt, om te voorkomen,
„dat door het inschieten op een nevel tevens het te maskeeren
„doel wordt onder vuur genomen, terwijl schieten op doelen
„achter nevels wegens de onmogelijkheid om springpunten
„waar te nemen alleen met strooivuur mogelijk is".
132