Rekening houdende met het bovenstaande kan bij de verde diging rook worden gebruikt 1. voor het innevelen van vijandelijke batterijen of waarne mingsposten 2. voor het innevelen van vijandelijke troepenconcentraties, waardoor de vijand in zijne bewegingen wordt belemmerd 3. voor het leggen van een rookscherm van voldoende afmetingen en op het juiste moment bij een terugtocht, om de bewegingen aan 's vijands waarneming te onttrekken; 4. bij het uitvoeren van tegenaanvallen. Bij een terugtocht dient men onderscheid te maken voor het geval dat deze geheel voorbereid plaats heeft, en het geval dat men daartoe door den aanvaller wordt gedwongen zonder dat zulks tijdig is kunnen worden voorzien. In het eerste geval kan het rookplan tevoren worden uitgewerkt, waarbij dus in alle opzichten rekening kan worden gehouden met eigen vuuruitwerking, terwijl in het tweede geval de uitvoering in zeer groote mate afhankelijk zal zijn van de onderaan voerders en dan het gebruik van rook voor nevenafdeelingen noodlottig kan worden. Door de Duitschers werd o.a. met succes rook toegepast bij hun terugtocht aan de Marne in 1918 en in het zelfde jaar bij de hoogte ten Oosten van Beaumont-Hamel. Zij maakten hierbij in de morgenuren veelal gebruik van een zeer dun rookscherm, dat van den natuurlijken ochtendnevel nagenoeg niet was te onderscheiden. C. Het gebruik van rook door de verschillende wapens. a. Door de Infanterie. Hanslian zegt in „Der Chemische Krieg" „Op grond der krijgservaringen komt men tot de conclusie, dat de Infanterie en de vechtwagens het grootste voordeel van rook schermen in het gevecht hebben gehad en dit in de toekomst ook hebben zullen''. Voor het produceeren van rook kan door de Infanterie gebruik worden gemaakt van rook-handgranaten, van rook- geweergranaten en van rookkaarsen, die dan ook door de Infanterie zelve zullen moeten worden medegevoerd (hetzij bij den man of bij den gevechtstrein). Worall stelt eenvoudig als eisch, dat aan de uitrusting van iederen Infanterist, 2 rookgranaten worden toegevoegd. Men zal er echter terdege mede rekening hebben te houden of hierdoor de soldaat niet wordt overbelast. Van een vechtsoldaat kan men tenslotte geen lastdier maken. Naar wij meenen zal de „Bepak kingscommissie" de vraag wel kunnen beantwoorden of een dergelijke meerdere belasting van den man al of niet mogelijk 136

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 62