is. Worrall grondt zijn bewering op ervaringen gedurende den grooten oorlog, toen door de manschappen zelf om rookgranaten werd gevraagd. Rook-hand- en geweer-granaten hebben natuurlijk niet de capa citeit om uitgebreide rookschermen te vormen. Volgens het Engelsche rookvoorschrift worden zij door de Infanterie dan ook slechts gebruikt in voorste lijn voor het uitrooken van schuil plaatsen, het innevelen (verblinden) van mitrailleurnesten en voor het versluieren van kleine plaatselijke ondernemingen. Voor het leggen van een groot rookscherm verdient het aanbe veling rookkaarsen te gebruiken. Deze kunnen echter niet door den man zelve worden medegevoerd, doch moeten van achteren worden aangevoerd. De maskeering zal dan door den troep zelf tot stand moeten worden gebracht, en het is dan ook zooals 5. Schilderman in zijn „Rook en nevel voor Maskeering" zegt„Veel oefening der Infanterie voor het stellen van rookmas- keering is noodig, opdat dit gemeen goed voor allen worde". Aan het medevoeren van speciale neveltoestellen behoeven wij in Indië voorloopig niet te denken. Niet alleen, dat het transport in den bewegingsoorlog groote moeilijkheden met zich brengt, doch ook omdat hiervoor speciale neveldetachementen moeten worden aangewezen. Tenslotte wordt de aandacht er op gevestigd, dat voor het gebruik van rook door de Infanterie een gunstige windrichting noodzakelijk is. b. Door de Artillerie. Het gunstigste tijdstip voor het gebruik van r o o k p r o- j e c t i e 1 e n is onmiddellijk vóór of tijdens de voorwaart- sche beweging der Infanterie. Waar het buiten gevecht stellen van den vijand, voor de Atillerie hoofddoel moet zijn en blij ven, mag zeer zeker gedurende deze periode van den strijd door dat wapen niet meer rookmunitie worden verschoten, dan werkelijk hoogst noodig is voor maskeering van de Infanterie en wij vragen ons af, of het bij de toch al zooveel omvattende taak in den bewegingsoorlog onzer zwakke Artillerie zelfs wel ver antwoord zou zijn, haar ook nog het leggen van rookschermen op te dragen, temeer daar de Inf. middels rookkaarsen en gra naten zich zelf helpen kan. Voorts zal de munitieaanvoer onzer Artillerie wel steeds veel moeilijkheden baren, waarom het wel aanbeveling zal verdienen ons te bepalen tot één, hoogstens 2 soorten munitie (scherf- en gasprojectielen), waarvan nog een com binatie mogelijk is (gasscherfmunitie). Ook aan de oplegging van rookprojectielen zullen, voor wat betreft conserveering en naar gelang van de te gebruiken stof ook brandgevaar-moeilijkheden verbonden zijn. Wij willen natuurlijk het nut van blindschieten van vijande lijke mitrailleurnesten of waarnemingsposten niet ontkennen, maar wij Infanteristen weten maar al te goed, hoe spoedig men 137

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 63