Conclusie Het afgeven van uitwerkingsvuur door een batterij, die verne veld is, is mogelijk. Evenwel is noodig, dat de batterij tevoren in de richting is gebracht, en zoo mogelijk met enkele schoten de vuurmonden zijn vastgeschoten. De zijdelingsche richting kan daarna niet meer gecontroleerd worden echter zullen zich vooral, als de affuiten vastgeschoten zijn, weinig afwijkingen voordoen, die echter van minder belang zijn, omdat de batterij een bepaalde breedte zal bevuren. De hoogterichting, welke van meer belang is, kon bij ieder stuk met de luchtbel worden gecontroleerd. Verandering van doel is niet mogelijk. Vuurleiding in de batterij, zonder waarneming, is mo gelijk kaarten, schootstafels enz. waren in den nevel zeer goed te lezen. Voor vuurleiding met waarneming is het noodig •een waarnemer buiten den te vormen nevel te plaatsen. Zijdelingsche richtingsveranderingen zijn niet m o g e 1 ij k. Bij het afgeven der schoten was de vlam nabij het stuk zicht baar op ongeveer 300 M. vóór de batterij onzichtbaar. Uit de gehouden proeven kunnen wij Ieeren, wat ons te wachten staat, indien wij zelf door den vijand in een dergelijken nevel worden geplaatst. Ten slotte wordt onder de aandacht gebracht, dat door de Artillerie ook bij tegenwind met succes van rookprojectielen gebruik kan worden gemaakt. Is de windrichting bij het doel door inschieten met rookpro jectielen eenmaal vastgelegd, dan zal men dus, rekening houdende met de bij het doel heerschende windrichting, het vuur zoodanig kunnen leggen, dat het doel inderdaad verneveld wordt, en zul len dus b. v. bij tegenwind de projectielen achter het te verne velen doel moeten worden gelegd. c. Door de luchtvaart. Door de vliegtuigen kan rook worden benut 1. Voor beveiliging van eigen troepen op den grond, door middel van een rookscherm (rooksproeien) of wel door gebruik te maken van rookbommen. 2. Voor beveiliging van het vliegtuig zelf. ad. 1. Het Engelsche rookvoorschrift zegt, dat rook door middel van vliegtuigen in de eerste plaats moet worden aangewend om eigen troepen op den grond door een rookscherm te beveiligen doch alleen dan, wanneer door den te grooten afstand, of door andere omstandigheden b. v. bij plotseling te voorschijn komende zeer gevaarlijke organen voor den tegenstander, waarvan de juiste opstelling moeilijk is te bepalen die troepen niet in staat zijn zich zelf te helpen. Voorts, dat het vliegwezen wel in staat is, •om vóór aanvallende troepen een rookscherm te leggen van iedere 141

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 67