snelheid 1 kaars per minuut voor iedere 10 M. frontbreedte. Zooals we hiervoren reeds hebben gezien, kunnen rookkaarsen zoowel door de Artillerie als door de Infanterie met nuttig effect worden aan gewend. Voor Hexiet rookhandgranaten en rookkaarsen geeft Nederland de ondervolgende gegevens, (aanschrijving D. v. O. dd. 10 Augus tus 1927 La. C. 62). Voor het bij matigen wind (windsnelheid van 3 a 4 M. per sec.) verkrijgen van volledig dekkende Hexiet-rookwolken van groote breedte zijn benoodigd 10 kleine hexiet rookaarsen per 100 M. breedte van de wolk; de kaarsen moeten zooveel mogelijk worden opgesteld in een lijn loodrecht op de windrichting, waaruit volgt, dat5 het gunstigst is, indien de windrichting ongeveer samenvalt mei de aanvalsrichting. Bij zwakken wind zijn minder, bij sterken wind veel meer rook kaarsen benoodigd. Als de rookkaarsen zijn uitgebrand, wordt de rookwolk snel door den wind weggedreven. Moet de rookwolk lanceren tijd gehandhaafd blijven, dan dient dus tegen het tijdstip waarop een kaars uitbrandt een nieuwe te woorden ontstoken. Het aantal hexiet-rookhandgranaten, noodig om een gelijk resultaat te verkrijgen is ongeveer tweemaal zoo groot als boven genoemde hoeveelheid kleine rookkaarsen. Is het niet noodig dat een b r e e d e rookwolk wordt opgewekt, doch kan met een smalle, lange rookwolk worden volstaan, welxe als een coulisse het te maskeeren object onttrekt aan de waarneming door den vijand vanaf den grond, dan kan hiervoor in het bijzonder van de rookkaars (groote) gebruik worden gemaakt. Een enkele rookkaars (groote) geeft een wolk, welke als coulisse gebruikt ove: een lengte van omstreeks 500 a 600 M. geheel ondoorzichtig is. Is een grootere dekkende lengte benoodigd, dan moet dus op meer dere punten, welke ongeveer 500 M. uit elkaar liggen, een hexiet- kaars ontstoken worden. 3. Rookprojectielen. De Franschen rekenden gemiddeld voor een frontbreedte van 100 M. op: 250 schoten 7,5 c. M. phosphorgranaten bij wind van 3 M. pei sec 500-1000 Begonnen wordt met een 40-tal schoten voor de beginwolk Daarna wordt een regelmatig vuur onderhouden tot een totaal bedrag per uur als boven genoemd. Aangeteekend wordt, dat windsnelheden van 8-9 M. per sec. hier in Indië tot de uitzonderingen behooren. Voor het 15,5 c.M. geschut wordt slechts ,0. deel der boven staande hoeveel, heden noodig geacht. 143 q

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 69