161 In het algemeen zouden de reglementen te veel willen geven en veel te veel beschouwingen bevatten omtrent het hoe en waarom terwijl uit de veelheid van woorden en zinnen voor de lieden, die met dagelijks in die boekjes studeeren, de onmogelijkheid ontstaat om er „des Pudels ker uit te halen. Voor reserve-officieren zöu men, naar den inleider wil, veel schematischer te werk moeten gaan dan voor uitsluitend beroepsofficieiem De Geleverde beschouwingen zijn inderdaad ten volle waard overnacht te worden. Het samenstellen van reglementen is een bijzonder moeilijke zaak Zij worden ontworpen door officieren, die van de onderwerpen vee.al een diepgaande studie hebben gemaakt, terwijl zij dikwijls moeten worden toegepast door personen, die deze onderlaag voor een groot deel missen. Wat de bestudeerde" uiterst eenvoudig en logisch noemt is voor den ander vaak moeilijk te vatten. Daarom zouden we ter overweging wenschen aan +e bevelen om de ontworp.en reglementen, eerst eens tei beoordeeling geven aan sommige korps- en compagnies-(batterij-, eskadrons-) com mandanten met groote troepenervaring, teneinde zich te oveituigen of de bedoeling naar eisch tot den troep zal kunnen doordringen Een bezwaar hiervan is ongetwijfeld, dat dit alles veel tijd en ook veel moeite kost Doch men moet zich losmaken van het idee, dat een ïeglement steeds met spoed dient te verschijnen. Een reglement dient te zijn bestemd voor jaren en daarom is het niet zoo erg als de samenstelling wat langer duu.t. Zouden alle voorgestelde wijzigingen eens een jaar lang bllive" l'gg6'1. dan zouden waarschijnlijk vele wijzigingen hun weg naar den diukkei met ^'ïrMiet debat zegt de kapt. van den Generalen Staf D. van Voorst Eve- kl" Onze reglementen en methoden moeten zoo zijn, dat de gemiddelde rës.-offn. met vertrouwen naar zijn haardstede teruggaat, dat hij zegt ",ik ben er achter" en zich ten volle in staat voelt om als het noodig is ëziin oorlogstaak te vervullen." Met deze woorden kunnen wij ten volle instemmen. Wij zouden gaarne wenschen, dat elk officier en onderofficier deze woorden zou kunnen her halen, na zijne reglementen te hebben bestudeerd. Generaal Wittert uit de merkwaardige woorden, „Nimmer heeft de com missie V. O. R. (dat is de commissie voor de Voorbereidende en Voort gezette Opleiding Reserveaanvoerders) kunnen bevroeden, dat zulks (dat is de cursus) zou" kunnen ontaarden in een hooren vertellen en m een hoor en voorlezen uit reglementen en evenmin dat voor die cursussen onervaren onderwijzers zouden worden aangewezen". Deze woorden wijzen wel duidelijk aan, welke groote bezwaren zijn verbonden aan het openen van cursussen. Het behoeft werkelijk geen verwondering te baren, dat dergelijke cursussen voor de betrokken res.-offn. gelijk staan met weggegooiden tijd Opmerkelijk zijn ook de woorden van den Res. Majoor Prot. M. J. L. K,ÜHoe'komt het, dat de waardeering van de samenleving voor de positie van den res.-off. daar (d. i. in Zwitserland) zooveel hooger is dan hier "te lande? Ik bemerkte dat b. v. toen ik eens met eer.e Zwitsersche dame "uit betrekkelijk eenvoudigen kring over de mobilisatie sprak en die mij, beschrijvend hoe zij hare drie zoons daarbij had zien uitrukken, zeide. "Das war aber schön, als da bei der Mobilmachung aus einem Hause drei Hauptleute (hare drie zoons) marclurten!" Mijnheer de Voorzitter, "kom daar bij ons eens om! Zou er niet meer kans zijn, dat eene moeder hier hare vreugde uit zou spreken, dat van hare drie zoons ei niet een "daarbij betrokken was geweest, maar dat één was afgekeurd, een te oud en de ander nu ja, weet ik om welke reden ook was vrij geloopen..' Voor dit verschil geeft de geachte debater eenige redenen op waarvan de jyoornaamste is, dat hij meent dat het hem zit in den algemeenen dienst plicht in Zwitserland, terwijl in Nederland meer dan de helft wordt vnjge-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 87