164 geven om de taktiek aan het kader te onderwijzen, waarbij de historische voorbeelden een basis vormen voor de bespreking van de reglementen en voorschriften. Uit de in dit art. gegeven voorbeelden zijn o.a. de volgende leeringen te trekken. De infanterist vraagt dikwijls onmogelijke dingen van de artillerie. Steeds blijkt weer het gebrek aan samenwerking tusschen de infanterie en de artillerie. De cavaleriepatrouilles geven meer volledige be richten dan de infanterie. De infanterist ziet echter nauwkeuriger maar minder breed. Waar de infanterist blijkbaar vergeet steun aan de artillerie te vragen wordt vaak waargenomen, dat het initiatief daartoe van den artillerist zelf Uit het art. „Um die Oeheimhaltung" moge vermeld worden, dat de chef van den generalen staf van het Fransche leger de order heeft uitgevaardigd, dat voortaan alle stafofficieren moéten kunnen machineschrijven. Hierdoor wordt het mogelijk gemaakt voor het (over) schrijven van geheime docu menten onafhankelijk te zijn van stenotypisten. Ook bij ons dringend ter na volging aanbevolen, waar wij op het stuk van geheimhouding nogal eens sukkelen. De Chronique Franchise van de R. Mil. Suisse Oct. '28 bevat eeti art. getiteld „Z.e role de Vécole supérieure de guerre. Aide mémoire pour les tra- vciux d'état-major" waarin de rol van de H.K. S. voor wat betreft de tak- tische oorlogsvoorbereiding voor den grooten oorlog wordt besproken. De beschuldiging, dat die inrichting uitsluitend personeel voor de hoogste rangen zou opleiden wordt onjuist geacht. Juist is, dat zij alleen goede stafofficieren opleidt; het laatste maakt echter de mogelijkheid voor de eerste belangrijk grooter. Interessant is de mededeeling van den schrijver, dat de doctrine in het Fransche leger van vöör 1914 n.l. „l'offensive a outrance" welke tot een echec en tot groote verliezen voerde, niet afkomstig was van de H.K.S. doch van de legerstaven. Schr. vermeldt verder, dat elke leerling aan die inrichting een aide mémoire ontvangt, welke de organisatie, den algemeenen dienst van aanvulling en verplegingen de stafdiensttechniek, verrijkt met talrijke modellen enz. bevat. Het boekwerk heeft een omvang van 500 blzn. B. Beige van Nov.'28 bevat een art. van den luit. Yernaux Formation des Télèphonistes-Signaleurs des Corps de troupe" handelende over de op leiding van seinerstelefonisten. Voorbeelden van taktische oefeningen op de kaart worden aangetroffen in M. Wochenblatt No. 17 (4 Nov. '28) en R. d'Inf. van Nov. Voorschriften. M. Wochenblatt no. 17 brengt het vervolg van Entwurf einer neuen Russischen Felddienstordnung" (zie M. W. no. 7). Volgens dit nieuwe voor schrift zijn aanval en verdediging slechts verschillende methoden om de levende kracht van den vijand te vernietigen. Alleen de aanval met de onmiddellijk daaraan verbonden stoot kan de overwinning brengen. Het gevecht is door de opvoering van de vuurkracht van langdurigen aard geworden. Aan den strijd gaat de manoeuvre vooraf, welke ten doel heeft, de bepaalde gevechtsopdracht snel, met de minste verliezen en het grootste gevolg uit te voeren. De manoeuvre heeft mede ten doel, de tegenpartij tot versnippering van zijne krachten te verleiden en de eigen krachten op 's vijands zwakste plekken tot een beslissenden stoot aan te zetten. De grondvormen voor de manoeuvre zijn de omtrekking, de omvatting, de doorbraak en de desbetref fende tegenmaatregelen. Het werkzaamste is de dubbele omvatting of de omvatting met de occupatie van de terugtochtslijnen. Een troepeneenheid verdeelt zich voor het gevecht in een stootgroep, een vasthoudende groep en een zekerstellende groep (reserve, beveiliging en luchtafweerbescherming). Bij den aanval is de stootgroep minstens 2/3, bij de verdediging 1/3 van de be schikbare troepen. De reserve (wanneer deze wordt afgezonderd) is hoogstens 1/9 van de sterkte. Voor de beslissing worden van den aanvang af zooveel mogelijk sterke krachten ingezet. Het willen afzonderen van 1/3 van de sterkte als reserve leidt tot verzwakking van de fronten en een te laten inzet. Is een eenheid aan beide zijden aangeleund, dan zondert zij geen reserve af. Als frontbreedten worden genoemd: voor den aanval van een regiment la2km.,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 90