166 zijn geworden. Onder het moderne begrip taktiek moet worden verstaan, de leer van den juisten inzet van alle strijdmiddelen met betrekking tot de uitwer king, het terrein en den vijand. Vroeger gold als doctrine, dat de beslissing door een manoeuvre werd gezocht, welke bestond uit een combinatie van beweging en wapenwerking. Het gevecht beoogde de vernietiging van den vijand, waartoe het vuur het gewichtigste strijdmiddel was en dat door de beweging nader aan den vijand werd gebracht. Het indirecte schieten en de vermeerdering der mitrailleurs voerden ten slotte naast andere oorzaken zooals munitiegebrek tot den stellingoorlog. Ce wapenwerking had de tactische be weging grenzen gesteld. Schr. is van meening, dat alleen de vechtwagen we derom den bewegingsoorlog kan gaande maken. Als gevolg van de ontwik keling van de techniek is de technische opleiding thans in vele opzichten voorwaarde voor het taktisch kunnen. Met tactische bewegingen alleen zal men het krijgsgeluk niet meer kunnen bedwingen. De verliezen door art. vuur bedroegen in den wereldoorlog 75% van de totaal verliezen. Wiskunde, bal listiek, physiek, weerkennis zijn thans waardevoller dan sportbeoefening, een elegante houding te paard of een pracht commandostem. De genie behoort meer dan tot nu toe één der verbonden wapens te zijn Achtereenvolgens wordt verder de invloed nagegaan van het gas, de luchtstrijdkrachten, den luchtafweer, het tankwapen en het gebruik van nevel en rook. De infanterie moet hiertegen volledig zijn uitgerust en naast de persoonlijke middelen zoo als het geweer, bajonet, dolk, hand-, geweer- en rookgranaten, gasmaskers, maskeeringsmiddelen enz. ook collectieve middelen bezitten zooals begeleidings wapens om in bepaalde gevechtsphasen zelfstandig te kunnen strijden. Gewezen wordt op de fransche voorschriften welke den nadruk leggen op de technische strijdmiddelen in tegenstelling met de Duitsche, welke bij gebrek daaraan gemeend hebben daartegenover de moreele factor te moeten plaatsen om te trachten een tijd lang tegenover de technische overmacht te kunnen standhouden en tijd te winnen om zelf technische middelen daartegenover te kunnen stellen. Taktiek wil tegenwoordig zeggen strijd voeren met alle middelen. Wie de technische wapens en middelen niet kent en deze niet op de juiste wijze weet te gebruiken handelt taktisch onjuist. Aan de hand van „De slag in de Ardennen" (Aug. '14) (M. Spectator 'Nov. '28) zet de res, kol. v. d. G. S. C. C. de Gelder uiteen, hoe de fransche doc trine van vóór 1914 nl. de „offensive a outrance" reeds bij de eerste ont moetingen echec leed. Het waren deze ultra-offensieve neigingen en hunne min of meer eenzijdige vereering van de moreele factoren, welke de intel- lectueele en de materieele deden voorbijzien en die het dogma deden postvatten, als zou men altijd en overal moeten aanvallen, als zou het begrip demonstratie verouderd zijn en de beste verdediging in de aanval schuilen. Critiek op dezen simplistischen gedactengang werd ongaarne gehoord. Schr. teekent aan dat critiek en gedachtenwisseling in het leger niet slechts nuttig zijn doch als noodzakelijk moet worden beschouwd, en dat er nog altijd personen zijn die dit niet inzien. Wij citeeren ter vergelijking met onze voorschriften enkele der vele aanhalingen uit het verouderde Fransche reglement van 1913 en '14 „Un commandant en chef énergique ayant confiance en soi en ses surbor- donnés en ses troupes ne laissera jamais a son adversaire la priorité de Faction sous le prétexte d'attendre des renseignements plus précis (zie A.T. V. pt 6) „Les batailles sont surtout des luttes morales. La défaite est inévitable dés que cesse l'espoir de vaincre. Le succès revient done non pas a celui qui a subi le moins de pertes, mais a celui dont ia volonté est la plus ferme et dont le moral estle plus fortementtrempé („zie A. T. V. 169(3)" „La nécessité d' agir vite prime généralement toute autre considération ;elle peut conduire le commandant de la division aarrêter sadécision sans attendre d'etre plus éclairé sur la situation" (A. T. V. pt. 6(1). De verdediging heet slechts gerechtvaardigd, wanneer zij dient om elders meer troepen vrij te maken voor den aanval (A.T. V. pt: 147(4). De verdediging wordt slechts erkend als hulpmiddel voor een aanvallend optreden zij gaat in laatste instantie toch ook tot den aanval over. Shr. vat de fouten als volgt samen: opereeren in den blinde en op onderstellingen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 92