tegenover de restricties van den Hoogen Commissaris de onvoor ziene successen van Sylvestre. Zoo heet het in de Troonrede van 4 Januari, 1921, dat, „gedurende de laatste maanden prach tige vorderingen zijn gemaakt" en wordt gewaagd van „de krijgs haftige inspanning van Ons toegewijd en heldhaftig leger, handig geleid door bekwame bevelhebbers". „Berenguer komt er zelf van onder den indruk en schrijft particulier aan Sylvestre „Ik geloof, dat je onze liniën nog meer vooruit kunt brengen. De rekbaarheid van je krachten stelle den grens aan je vorde ringen. Ik laat alles aan je oordeel over. Beter dan iemand kun je op het terrein beoordeelen, wat te bereiken is met de krachten, waarover je beschikt". (17) Nochtans handhaaft hij de preferentie van zijn actie tegen Raissouli en vraagt hij den 21 sten Januari aan Sylvestre om de gegevens waarover hij beschikt en die hij nog kan verkrijgen, alsmede zijn meening daaromtrent, opdat hij zich een opinie vormen en een gedragslijn vaststellen kan, die de Regeering kan worden meegedeeld Na ontvangst van de telegrafische machtiging is Sylvestre op gerukt en heeft den llden Januari Ahel Azrou, den 12den Sidi Houssein en den 15den Anoual bereikt. Morabo wordt den 27sten en de Djebel Uddia den 29sten bezet, zoodat in Februari de linie bij Sidi Driss bij de uitmonding van de Oued el Kebir aan de zee is aangeleund. Een menigte kleine posten en blok huizen beschermen de binnenlijnen en achterwaartsche verbin dingen en de onderworpen stammen houden zich uiterlijk rustig. Wederom is deze aanzienlijke uitbreiding der zone zonder inci denten bewerkstelligd, een schaduwzijde is, dat bij de gevolgde methode, om elke uitbreiding der zone met posten te bevestigen, steeds minder troepen in de hand van den bevelhebber blijven voor onvoorziene gebeurtenissen. Abd el Krim ziet met eenige ongerustheid de nadering der Spaansche troepen en begrijpt wel, dat de volgende étape de baai van Alhucemas zal zijn. Trouwens laat Sylvestre hem daarover niet in onwetendheid In Maart verwacht de generaal den Hoogen Commissaris te Penon de Alhucemasde notabelen zijn voor deze gelegenheid ter ontvangst opgeroepen, maar hooge zee vertraagt de ontscheping van Berenguer. Sylvestre ontvangt dus, alleen, de talrijke delegaties, die aan den oproep gevolg hebben gegeven en spreekt ze, letterlijk, als volgt 183 (I7) D. Berenguer, op. cit. Andere bronnen voor de tragedie, die volgen gaat: R. Messal, Le drame d'Anoual. Renseignements coloniaux, 1923. p. 301-326. J. Ladreit de Lacharrière, Le Rêve d'Abd el Krim. éd. J. Peyronnet, Paris. E. Ortega y Gasset, Annual, relato de un soldato e impresiones de un cronista. ed. Rivadeneyra, Madrid. F. Gomez Hidalgo, Marruecos. La tragedia prevista. ed. J. Pueyo, Madrid. V. Blasco Ibanez, Por Espana y contra el Rey, ed. Excelsior, Paris. La Correspondencia Militar, dia 22 de Julio de 1922. J. dn Taillis, Au coeur du Rif inconnu. Illustration, 1922 p. 195-199 en 226-229.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 11