vestre heeft mij sinds zijn terugkeer nog niets medegedeeld. Ik
wacht met ongeduld op zijn rapport".
Den lsten Juni zendt Sylvestre uit Anoual een colonne van drie
rnias de policia, een tabor en een escadron regulares (19), twee com
pagnieën mitrailleurs, twee compagnieën jagers en een bergbatterij
naar de Monte Abarran, een top 12 K.M. ten N. van Anoual, op
den W. oever van den Iguermaous. Hier wordt weer een post
opgericht, 12 bij 65 M., voorloopig beveiligd door een meter-
hooge borstwering van zandzakken en daarin een mia, een com
pagnie regulares en de bergbatterij achtergelaten. Den zelfden
dag keert de colonne in Anoual terug, wederom zonder eenig
incident.
De bezetting van de Monte Abarran en de groote macht, daarbij
ontwikkeld, komen de verzetspartij voor als het begin van den
aangekondigden opmarsch naar Alhucemas. Snel verzamelen zich
de contingenten der in verzet zijnde stammen en onder aanvoe
ring van Hamidou en Hamou el Assaoui wordt nog den zelfden
nacht de post beslopen en overrompeld. De officieren (6 Eur.,
1 Inh.) sneuvelen allen, van het geheele garnizoen (50 Eur. 200
Inh.) bereiken slechts enkele vluchtelingen Sidi Driss en Anoual,
de rest is gesneuveld of naar de verzetspartij overgegaan. Een
volledige bergbatterij, 40 kisten Mauserpatronen en 360 art.
projectielen vallen de laatste in handen. Den volgenden nacht
attakeert de zelfde harka te 3 u. den post Sidi Driss, maar wordt
afgeslagen.
Op dit eerste agressieve optreden reageert Sylvestre met het
oprichten van nieuwe posten zoo den 3den Juni te Talilit, tus-
schen Anoual en Sidi Driss, alsmede de blokhuizen A, B en C,
Zuidelijk van den colonneweg van Anoual naar Dar Drius. Den
7den wordt nog een post opgericht bij Iguerriben, tusschen Izum-
185
(,9) Behalve uit troepen van het moederland bestond het Spaansche leger
in Afrika uit: El Tercio Extranjero of het Vreemdenlegioen, samengesteld
uit verscheidene bandera's of bataljons van drie compagnieën fuseliers en een
mitrailleurcompagnie, 700 man sterk, meerendeels Spanjaarden. (Zie o. a..
Messal, La légion étrangère espagnole. Renseignements coloniaux, p. 221-223),
De Regulares, inh. troepen, waarbij ingedeeld Eur. minderen, gemengd
kader en 1 inh. officier per cie. (esk.). Zij zijn verdeeld in groepen (Melilla, Ceuta,
Tetuan, en Larache) van een uiteenloopend aantal Tabors (bat. inf. of esk.
cav.). De tabor inf. bestaat uit 3 cieën. fuseliers en 1 mitr. cie. De tabors
werden, om de moederlandsche troepen met een politiek oogmerk te sparen,
steeds in voorste linie gebruikt. In 1921 was er onder den invloed van de
bonden in het leger (junta) een groot incompleet aan Eur. kader;
De Policia is een plaatselijke, inh. militie, deels te voet, deels te paard.
Elke stam levert een of meer mia's, waarvan de sterkte verschilt naar mate
de mia in eerste of tweede linie gebruikt wordt. In 1921 waren in het Pro
tectoraat 28 mia's met een totale sterkte van 5820 man. Zij toonden zich,
in tegenstelling met de regulares, hoogst onbetrouwbaar: liepen bij de eerste
gelegenheid naar de verzetspartij over en vermoordden hun officieren;
De Mehalla is een inh. lijfwacht van den Khalifa, bestaande uit 6 cieën inf.
en 2 kleine esk. cav. (zie ook I. M. T. 1920, p. 1046-1047).