Onder de bedrijven zijn er in Spanje en elders vele stuurlui
aan den wal, zoodat Berenguer den 6den Augustus een krijgsraad
bijeenroept. Men onderzoekt er den toestand en mogelijke oplos
singen en komt tot de volgende conclusie: „Aangezien de zwakke
krachten van de Peninsula nog in een periode van mobilisatie
verkeeren, d. w. z. de meest elementaire en onmisbare middelen
voor het gevecht missen, is het niet mogelijk, middels een mili
taire actie, de colonne van Monte Arouit te redden; de opoffering
van dien troep beteekent voor alle leden van den Krijgsraad het
grootste offer, dat zij hun vaderland kunnen opleggen".(Onder
teekend door alle leden).
Na een wapenstilstand van twee dagen ter onderhandeling over
de voorwaarden der capitulatie, geeft Monte Arouit, op 40 K. M.
van Melilla, zich aan de Guelaya over. Generaal Navarro, kolonel
Araujo met hun officieren en 570 man worden krijgsgevangen.
Abd el Krim had zich na Anoual met zijn Beni Ouriaghel op
den achtergrond gehouden, het inzamelen van den buit gaf hun
bezigheid genoeg. De aanvallen op Nador, Selouan, Quebdani,
Monte Arouit waren uitgevoerd door de Kaids Ibn Chellal, Bou
Raha en Kaddour Naamar met hun Guelaye en Beni Said. Het
verpletterend succes had ook hem verrast, maar sneller dan wie
ook, wist hij het te benutten. Hij bood den Spanjaarden zijn be
middeling aan bij de capitulatie van Monte Arouit. Het lijk van
den kolonel Morales deed hij, op grond van zijn oude betrekkingen
tot dien chef, met groot militair eerbewijs aan de autoriteiten te
Penon de Ahucemas toekomen, wat hem in Spanje de reputatie
van ridderlijk tegenstander bezorgde. Kaid Ibn Chellal wist hij te
overtuigen, dat voor de gemaakte gevangenen globaal een losgeld
moest worden bedongen en dat de onderhandelingen daarover het
best, uit hoofde van zijn relaties, door hem, Abd el Krim, geleid
konden worden. Wilde de kaid de gevangenen voor zich houden,
dan zouden in den strijd tegen Berenguer de Beni Ouriaghel de
Guelaya aan hun lot overlaten. Aldus gingen Navarro en de zijnen
naar Ajdir en kwam hun lot in handen van Abd el Krim.
(te vervolgen).
196
nemen, dat in de meest bewogen periodes de verzamelde contingenten bijna
den geheelen stam of stammen omvatten, waarbij de harka zich bevindt. De
contingenten, door andere stammen gezonden, zijn kleine groepen, die een
belangrijk hoofd begeleiden, dat zijn stam vertegenwoordingt en namens
dezen het woord voert."-Intusschen, mocht Don Damaso hier al zelf van over
tuigd zijn, zijne troepen waren het niet. Als hij evenwel na verloop van een
maand de troep geheel in de hand heeft, neemt hij het offensief en dan goed.