Toen het vliegtuig nog in den aanvang van den oorlog uit
sluitend verkenningsorgaan was, kon het luchtwapen het best tot
zijn recht komen door het over het operatiegebied te verdeelen.
De vliegtuigen, die men had, werden toebedeeld aan de verschil
lende legeronderdeelen, die de vliegtuigen voor verkenning op-
grooteren of korteren afstand naar den vijand, al naar de behoef
te, konden inzetten. Ook de hoogste leiding beschikte over vlieg
tuigen voor uitsluitend strategische verkenning.
toen in den loop van de eerste oorlogsjaren de verkennings
mogelijkheden zich uitbreidden, en het vliegtuig gebruikt kon
worden voor het waarnemen van het artillerievuur, voor verbin-
•dinsopdrachten enz., en er meerdere vliegtuigen kwamen, kon
men van het vliegtuig als verkenningsorgaan niet beter profitee-
ren dan de verdeeling voort te zetten en de legeronderdeelen
van nog meer vliegtuigen te voorzien dan te voren.
Geheel anders werd de toestand, toen het vliegtuig vernieti
gingsorgaan werd.
In de eerste plaats kon men het vliegtuig inzetten tegen de
vijandelijke doelen op den grond. Daardoor werd aan verdere ver
deeling van de luchtstrijdkrachten over de troepenverbanden
reeds paal en perk gesteld. De vliegtuigen, die men voor ver
nietiging wilde gebruiken, moesten in één hand gehouden wor
den. Daardoor kon men in het vernietigen van gronddoelen sys
teem brengen; daardoor kon men bereiken, dat de vernietiging
zoo volledig plaats had, als in verband met den tactischen en
strategischen toestand van het oogenblik noodig was.
De eisch van concentratie van krachten (want door zijn be
wapening werd het luchtwapen thans een kracht) werd nog
klemmender, doordat het vliegtuig in de lucht een tegenstander
vond in het jachtvliegtuig, een wapen, dat uitsluitend bestemd
was voor vernietiging van vliegtuigen.
Aan beide zijden beschikte men dus over verkenningsvlieg
tuigen, vliegtuigen voor vernietiging van grondoelen en jacht
vliegtuigen.
De methodes van gebruik van deze organen zijn in den loop
der oorlogsjaren niet steeds dezelfde gebleven. Van de eene
methode verviel men in de andere, die meer resultaat beloofde,
totdat men eerst aan het einde van den oorlog begreep, dat de
grootste kans van slagen gelegen was in het volledig concen-
treeren van het luchtwapen op die plaatsen van het operatie
terrein, waar men de sterkste wilde zijnniet zoozeer concen
tratie van verkenningsvliegtuigen, maar wel van de strijdkrachten,
die ingezet werden tegen die vijandelijke objecten, waarvan de
eigen troepen het meest hinder hadden en (of) die buiten het
bereik van de wapens op den grond waren.
Het vijandelijk object, dat in de eerste plaats in aanmerking
kwam, was de vijandelijke luchtmacht. Die moest men er onder
209