Wel moet natuurlijk de actieradius van de vliegtuigen berekend zijn op de afmetingen van het operatieterrein. Ook de jagers zullen over voldoende actieradius moeten beschikken, om de bommen werpers overal op hun strooptochten te kunnen steunen. In dit verband moeten we nog wijzen op een volgend kenmerkend verschilpunt tusschen het tooneel van den strijd aan het Westfront en dat bij ons. Het terrein in West-Europa moet geknipt geweest zijn voor den aanleg van landingsterreinen. Meermalen in den oorlog is het daar gebeurd, dat een vliegtuig vrijwillig landde op een of ander stuk terrein, om daarna weer kalm op te gaan. Dat werd bijvoorbeeld gedaan om spionnen af te zetten in het bezette gebied en ook wel eens om te kijken, wat er was overgebleven van een afgeschoten vijandelijken collega. Op Java zou dat onmogelijk zijn. Wanneer men nu bedenkt, dat op het Westfront vijandelijke vliegtuigen aangetroffen konden worden nabij het front, hetzij dat daar hun taak lag, hetzij dat ze voor de uitvoering van hun taak dat front moesten oversteken, terwijl het front zelf een pemanent karakter had, dan is het duidelijk, dat de jagers hun landingster reinen uitzochten op regelmatige afstanden dicht achter het front om van daar de tegenstanders te bestrijden. Groote actieradius had de jager dan niet noodig, dus hij werd er ook op gebouwd om voor niet meer dan bijvoorbeeld 2 uur benzine mede te nemen. Hoe lichter de jager was, hoe meer dat ten goede kwam aan zijn luchtstrijdcapaciteiten. Vandaar, dat de meening ontstond, dat de jager geen groote actieradius heeft en ook dat de jager niet geschikt is voor het defensief. Dat is evenwel niet de goede opvatting. Men geeft den jager zoo'n groote actieradius als met het oog op het toekomstige operatieterrein noodig is. En defensieve kwaliteiten heeft de jager ook, tenzij hij door benzinegebrek gedwongen is, om langs het kortste traject naar het dichtstbijzijnde landingsterrein te vliegen. Op Java liggen de landingsterreinen niet voor het grijpen. Men behoeft er dan ook niet op te rekenen, om in verband met den tac tisch strategischen toestand op de meest gewenschte plaats over een landingsterrein te kunnen beschikken, dat bovendien nog zoo gele gen is ten opzichte van het wegennet, dat munitieaanvoer e. d. ongestoord kunnen plaats hebben. Mede met het oog op de kwets baarheid van onze verbindingen, zal men goed doen er op te rekenen, alleen over centraal gelegen landingsterreinen te kunnen beschikken. De actieradius van onze vliegtuigen moet dan zoo groot zijn, dat ze van daar gemakkelijk tot een 100 K.M. uit de kust heen en weer kunnen vliegen, m. a. w. de luchtmacht moet van uit eenige centraal gelegen landingsterreinen geheel Java kunnen be~ heerschen. 214

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 42