Ook de tegenstander zal er moeite mee hebben, om zich een
vliegterrein te verschaffen, nadat hij geland is, mits wij er natuur
lijk voor zorg dragen, om terreinen, waar hij de hand op zou kunnen
leggen, te voren onbruikbaar te maken.
De op zich zelf reeds groote moeilijkheden om een vliegterrein
aan te leggen, nemen nog aanzienlijk toe, wanneer de daaraan
verbonden werkzaamheden door luchtbombardement gestoord
worden.
Lijnrecht tegen het beginsel van concentratie staat het gebruik
van het vliegtuig als verkenningsorgaan. Strategische verkenners
in de hand van de' hoogste leiding kunnen nog objecten melden,,
die ook voor de luchtmacht van belang zijn, en vermeerderen dus
in zekeren zin de gevechtskracht van onze luchtmacht. Het afstaan
van vliegtuigen aan de grondstrijdkrachten voor tactische verken
ning zal echter steeds in mindering komen van de gevechtskracht
van onze luchtmacht en zal dus alleen op zijn plaats zijn, voor
zoover geringe vermindering van die gevechtskracht gepaard gaat
met aanzienlijke vermeerdering van de gevechtskracht van den
troep.
Hebben nu de aan de tactische leiding toevertrouwde verken
ningsvliegtuigen behoefte aan bescherming? Natuurlijk hebben
ze daar behoefte aan, maar ze krijgen ze niet, althans niet recht
streeks. Want de bescherming moet gevonden worden in de actie
van onze gevechtsluchtmacht tegen 's vijands luchtmacht. En mocht
de tegenstander in de lucht zoo sterk zijn, dat we het luchtovei-
wicht niet kunnen verkrijgen, dan is het in hoofdzaak toch uit met
onze tactische verkenning; dien verkenningsvliegtuigen kan dan
zelfs het gebruik van hun terrein ontzegd worden, of ze nu
beschermd worden of niet. Waarom zouden we dus onze kans op
het behalen van een luchtoverwinning verminderen door tactische
verkenners te doen beschermen door jagers, die onttrokken moeten
worden aan het gros van onze luchtstrijdkrachten. Bescherming kan
eventueel gevonden worden, door onze luchtmacht op zijn stroop
tochten langs het gevechtsterrein te doen vliegen. Dat is dan
speciaal voor de tactische verkenners het oogenblik, dat zij zich
ten nutte kunnen maken.
Slagen wij er echter in den tegenstander min of meer volledig
uit de lucht'te houden, dan hebben onze verkenningsvliegtuigen
geen bescherming meer noodig, ja, dan kan zelfs alles, wat maar
vliegen kan, tot de meest primitieve schoolvliegtuigen toe, voor
tactische verkenning worden gebruikt.
Bovendien is er in den strijd een moment, dat de vijand veel
meer profijt heeft van het slagen van zijn eigen luchtverkenningen,
dan wij kunnen hebben van het slagen van onze verkenningen met
vliegtuigen. Dat moment is de landing, die zonder eenigen twijfel
iederen krijg op Java moet voorafgaan.
215.