5. ONS OEFENSTELSEL. (2)
door
F. KROON.
Majoor der Infanterie.
Het is genoegzaam bekend, dat ons thans geldende oefenstelsel
niet algemeen en niet onverdeeld wordt bewonderd.
Dit bleek al reeds uit enkele dagbladartikelen. Maar de aard
dier artikelen was meerendeels zoodanig, dat onwillekeurig de
vraag moest rijzen of daarbij de zakelijkheid niet ernstig had
geleden onder eene zekere animositeit, welke wellicht een gevolg
was van verbittering en teleurstelling. In elk geval was de belichting
zeer eenzijdig en was er van, toch zeer gewenschte, objectiviteit
geen sprake.
Het is ook mogelijk, dat de anonieme schrijver(s) eigenlijk niet
geheel op de hoogte was (waren) van den geest en de richtige
toepassing van het oefenstelsel en daardoor niet tot de noodige
objectiviteit kon (konden) komen.
Nu echter in het Januari-nummer van het I. M. T. ons
oefenstelsel mede ter sprake is gebracht door H. in een artikel
over den scheidsrechterlijken dienst en waar bovendien eene
behandeling van deze materie voorkomt op het verlanglijstje
van de redactie van dit tijdschrift, gepubliceerd in het laatste
October-nummer, mag het wel gewenscht worden geacht
eens na te gaan of en zoo ja in hoeverre dit stelsel voldoet,
althans bij richtige toepassing kan voldoen.
In hoofdzaken kan men twee oefenstelsels onderscheiden n.l.
217
Het is niet dan met zekeren schroom, dat door mij wederom eenige
plaatsruimte in het l.M.T. wordt gevraagd. Als verontschuldiging voor deze
onbescheidenheid moge gelden, dat ik, tengevolge van den aard mijner werk
zaamheden in den tijd, gedurende welken veschillende van onze nieuwe voor
schriften het licht zagen, onwillekeurig met wat meer dan de gewone belang
stelling de lotgevallen dezer voorschriften volg.
(2) Noot van de redactie. Door gebrek aan plaatsruimte kon deze bijdrage,
welke 24-l-'28 werd ontvangen na te voren te zijn aangekondigd, niet worden
opgenomen in het nummer volgend op dat waarin het artikel „de scheids
rechterlijke dienst" van H. voorkwam. De redactie verleent aan schrijver
gaarne plaatsruimte, om deze voor ons zoo belangrijke aangelegenheid te
belichten.