het vuur zoo na aan de schenen, dat Raissouli zich onder Duit- sche protectie stelt. Deze moeilijke toestand krijgt onverwachts een oplossing: een emisario van den Hoogen Commissaris, met een paspoort van gen Marina persoonlijk, wordt op weg naar Taza- rout, waar de cherif zich ophoudt, vermoord. Een onmiddellijk ingesteld onderzoek wijst in de richting van twee handlangers van Sylvestre, die instantelijk naar Spanje teruggezonden wordt. Maar ook Marina wordt van zijn functie ontheven, krijgt het grootkruis van San Fernandez, Sylvestre dat van Maria Cristina en de in het nauw gebrachte Raissouli haalt weer adem. De derde Hooge Commissaris, gen. Jordana (1915-1919), ont vangt de drievoudige opdracht den Khalifa te steunen, Raissouli te bevredigen en te handelen naar de bevelen uit Madrid. De meest dringende is de bevrediging van Raissouli, die de geheele Peninsula Yebalica in vuur en vlam dreigt te zetten. Jordana zendt den kolonel Barrera, die, bijgestaan door den consul Zugasti en den tolk Cerdeira, met Raissouli spoedig een overeenkomst treft. De cherif wordt erkend als hoofd van alle onderworpen en te onderwerpen stammen; tot betaling van zijn troepen ont vangt hij 300 000 peseta per maand; men verstrekt hem 8000 geweren en 2 kanonnen en tot voeding van zijn menschen elke vijf dagen 6000 K.G. gierst. Hij zal de operaties leiden naar eigen goeddunken, maar de Spaansche troepen zullen het berg land der Djebala (zijn stam) niet betreden. Voorts heeft Raissouli het recht tot het doen van heffingen bij alle stammen, slechts zal hij nu en dan naar Tetuan komen om den Khalifa te huldigen. Deze overeenkomst wordt den 20sten Mei 1916, door de Spaansche Regeering bekrachtigd en Raissouli haast zich op de ruimste schaal van de hem geschonken macht misbruik te maken. Zooals de gen. Jordana eenige weken voor zijn dood den minister Dato schrijft, vormt dit pact „het begin van mijn vernedering en onmacht. Als Jordana in 1919 overlijdt, is gen. Damaso Berenguer zijn opvolger. Deze gold voor een der beste kenners van land en volk, had een langdurige oorlogspractijk van Cuba en Afrika en de aandacht op zich gevestigd door de uitgave van een werk over de krijgvoering in Marokko.(12) Berenguer is niet van plan zich, als zijn voorgangers, door Raissouli op sleeptouw te laten nemen en ontbiedt den cherif naar Tetuan om daar rekening en verantwoording af te leggen en de bevelen van den Hoogen Commissaris te ontvangen. 177 L. M. Ortega, En la cumbre del Buhaxen, Re vista hispano-africana, 1922, P L. M. Ortega, El pacto con el cherif Raisuni, hispano-africana 1922, p. 304-306. (12) Gtterra en Marruecos (essayo de una adaptacion tactica), 1918, Serrano, Madrid, een tactisch werk over den strijd tegen verzetslieden, maar tevens een koloniaal politiek program, naar hoofdzakelijk Fransche bronnen bewerkt, o. a. van Galliéni-Ditte, Frisch, Mordrelle, Gouraud, Grasset, Kuntz en meer anderen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 5