en Amerika verschillende variaties ontworpen, waarbij in hoofdzaak
gelet werd op de inpregnatie van de vochtige filters.
Zoo heeft Decaux een masker gemaakt van het mondzaktype,
waarbij bit- en teugelwerking mogelijk waren. Roeland imiteerde
voor het paard het menschenmasker hetgeen nogal ingewikkeld
van constructie was en m. i. te veel fragile onderdeelen bezat.
Een voordeel was echter, dat het na een gasaanval, door het weg
nemen van een paar buizen buiten werking kon gesteld worden.
Ook collega van Slooten heeft voor Nederland een masker ge
construeerd volgens het mondzaktype waarbij echter bit- en teugel
werking niet mogelijk was. Hij maakte daarbij gebruik van een
vullings-bus. Waar nu collega Weekenstroo, die als lid der commissie
van chemische strijdmiddelen een studie maakte van de verschil
lende maskertypen voor het paard en daarbij tot de conclusie lcwam,
dat geen enkel masker voldeed, daar blijkt voldoende, dat de con
structie van een paardenmasker niet zoo eenvoudig is.
Dit moet een aansporing zijn om de proeven voort te zetten totdat
het vraagstuk is opgelost.
Naar aanleiding van de proeven, die ik tot heden genomen heb
vermeen ik thans de goede richting gevonden te hebben, om tot
een bevredigende oplossing te komen. Zoo heb ik mij ook in ver
binding gesteld met een h. t. 1. werkzamen deskundige om met zijn
ervaring op het gebied van gasmaskers voor den mensch tot een
goede oplossing te komen.
Voorloopige besprekingen omtrent mijn idee voorwat betreft de
constructie van een paardengasmasker hebben reeds tot overeen
stemming geleid. De eischen, die ik voor me zelf aan het masker
gesteld heb zijn als volgt:
a. Een universeel masker d. w. z. passend voor ieder paarden
hoofd.
b. Bit- en teugelwerking moeten volkomen verzekerd zijn.
c. Het aanbrengen van het masker moet eenvoudig zijn.
d. Het moet op eenvoudige wijze in werking en buiten werking
gesteld kunnen worden.
e. De constructie moet zoodanig zijn, dat bij de africhting der
jonge remontepaarden met de maskertraining kan worden
begonnen.
Bandoeng 5 Febr. 1929.
237