7. PETROLEUMVINDPLAATSEN IN ONZEN ARCHIPEL. door P. A. COX. Kapitein van den Generalen Staf. In verband met hetgeen de grondslagen voor de verdediging van Nederlandsch-lndië vermelden met betrekking tot de neutraliteits- handhaving op bijzondere kwetsbare punten in de gewesten bui ten Java, is het wellicht van belang eenige aandacht te schen ken aan de beteekenis van de verschillende olievindplaatsen in onzen Archipel. De verschijning van het Jaarboek van het mijnwezen in Neder landsch-lndië 1927. Algemeen gedeelte geeft ons daartoe aanleiding. In herinnering moge worden gebracht dat de vorengenoemde grondslagen o. m. vermelden „de neutraliteitshandhaving op Java wordt vervuld door het Leger met steun van de Vlootin de gewesten buiten Java door de Vloot, die daarbij op bijzonder kwetsbare punten door het Leger wordt gesteund". Verder lezen we dan nog „Als bijzonder kwetsbare punten worden voor het tegenwoordige beschouwd de plaatsen van op slag en verwerking van zware (stook) olie Tarakan en Balikpa- pan. Te hunner bescherming zal een troepenmacht van voldoende sterkte, ernstig verzet moeten waarborgen tegen gewelddadige pogingen, met beperkte middelen ondernomen, om zich van die voorraden meester te maken, en indien de overmacht daartoe dwingt, de tijdelijke vernietiging van de voorraden moeten ver zekeren". In het vorengenoemd verslag van het Mijnwezen lezen we dan dat De totale aard-olieproductie van geheel Nederlandsch-lndië bedroeg in 1927 3.693.870 ton (z. g. K.G. ton 1000 K.G.) De volgende staat geeft een overzicht van de totale jaarpro ductie voor elk eiland. Java en Madoera 308 603 K.G. ton. Sumatra 900.632 K.G. ton. Borneo 2.447.369 K.G, ton. Ceram 37.225 K.G. ton. 238 Totaal 3.693.829 K.G. ton.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 66