248
10. BOEKBESPREKING.
Volkenbond en ontwapening.
door
N. BOSBOOM.
Oud-Minister van Oorlog.
Het is een gelukkig verschijnsel, dat steeds weer bekwame krachten gevonden
worden, die zich de moeite geven om front te maken tegen de vooral in
Nederland met zooveel hardnekkigheid gevoerde ontwapeningscampagne.
Bemoedigend is dit werk niet, want men weet, dat propagandisten in het
algemeen en zeker die uit het kamp der ontwapenaars nu eenmaal niet
met argumenten zijn te bestrijden.
Het moet echter al bijzonder onpleizierig zijn om in het strijdperk te treden
tegen iemand als Professor Dr. D. van Embden, zooals in opgemelde bro
chure wordt gedaan door den oud-Minister Bosboom naar aanleiding van
des Professors jongste propagandageschrift, getiteld „Onze bewapening trekt
den oorlog aan".
Vooral, als men bedenkt, dat reeds eerder zoovele bekwame schrijvers
tevergeefs getracht hebben den hooggeleerde te overtuigen van de dwalingen
zijns weegs op dit terrein.
Hoewel de brochure van den Oud-Minister verschillende beschouwingen
bevat, welke op zich zelve kennisneming en overdenking ten volle waard zijn,
meenen we toch dat het voor den lezerskring van dit tijdschrift weinig
zin heeft om den inhoud van de bestrijding van een ondeugdelijk propa
gandageschrift hier in het kort weer te geven.
Ware het niet dat een, hieronder nader te bespreken punt, van de brochure
speciaal onze aandacht verdient, dan zouden we ook willen volstaan met
dankbaar te memoreeren, dat de propagandadienst der ontwapenaars steeds
weer krachtige bestrijding ondervindt, in die mate zelfs, dat ditmaal tegenover
een geschrift, dat waarde zou kunnen ontleenen aan den wetenschappelijken
titel van den schrijver, een document wordt gesteld, dat het contra-sein draagt
van een oud-minister.
Hierin zou voor ons dan tevens een aansporing gevonden kunnen worden
om voor zoover noodig ook onzerzijds op dit gebied steeds paraat te zijn.
Het punt uit de brochure, dat we nog even ter sprake wenschten te brengen,
betreft het ondervolgende:
In zijn op 12 April 1928 in de Eerste Kamer gehouden begrootingsrede
heeft Prof. van Embden kritiek uitgeoefend op het standpunt van de Regeering,
welke als doelstelling der krijgsmacht (evenals verschillende politieke partijen)
nog altijd de handhaving der neutraliteit in het oog houdt.
Prof. v. Embden noemde dit „schrikbarende naïveteiten" en gaf den minister
van Oorlog den raad zich over de nieuwe staatsrechtelijke positie van Nederland,
als lid van den Volkenbond, beter te beraden dan tot dusver blijkbaar is
geschied. Er bestaat voor ons land, zegt hij, practisch geen recht van beroep
op neutraliteit.
Oud-minister Bosboom gaat in zijn brochure verder op dit onderwerp in
en komt op grond van onze verplichtingen als lid van den Volkenbond en
de bepalingen van het Handvest dan tot de conclusie, dat men Prof. van