251 En al is het betoog niet overal even sterk (wie moet bv. bepalen aan welke zijde het recht is?), we bevelen het artikel gaarne ter lezing aan, ook omdat het nogmaals duidelijk uiteenzet dat het vredelievende Nederland slechts oorlog zal voeren als verzet tegen pogingen tot aanranding van ons onafhankelijk volksbestaan of in dienst van den Volkenbond. „Geen weerloosheidspropaganda, geen aanzetten tot dienstweigering, middelen die ons in de gansche wereld aan minachting en wantrouwen blootstellen. Zou een krachtig en intelligent volk als het onze zich aan zijn verplichtingen tegenover den Volkenbond willen onttrekken?" vraagt schr. „Dat zou de zondeval zijn, niet van het Chris tendom, maar van het (ziekelijke) pacifisme van onzen tijd," zou daarop ons eenig antwoord kunnen zijn. Tijdschrift van het Kon. Ned. Aardrijksk. Genootschap. Januari 1928_ „De nieuwe bestuursindeeling van lava en Madoeradoor C. Lekkerkerker. Schr. begint met te constateeren dat bij de vele groote veranderingen in het bestuursstelsel van Ned.-Indië der laatste jaren, men pleegt te onderscheiden tusschen de bestuursdecentralisatie van 1903 en de bestuurshervorming, die men laat aanvangen in 1922, en zulks ofschoon in het wezen der zaak dezelfde gedachte ten grondslag ligt aan deze beide lijnen van wetgevende handelingen. Na bespreking der Decentralisatiewet en het dito-besluit, komt schr. aan de bestuurshervorming, die de nieuwe indeeling van Java bracht in 3 Provincies (de Vorstenlanden buiten beschouwing gelaten). Totaal zijn er thans 1322 on derdistricten, 374 districten, 76 regentschappen, 35 afdeelingen (residenties nieuwe stijl). Nagegaan wordt hoe die indeeling er uitziet en welke banden in dit opzicht het heden aan het verleden knoopen. De titulatuur der bestuursambtenaren is gedeeltelijk dezelfde gebleven, de inhoud der titels is veranderd, hetgeen blijkt uit de werkzaamheden der ver schillende functionarissen zooals ze hier beschreven worden. Alle nieuwe instellingen en college's worden besproken op een wijze die eiken lezer een goed idee zal geven van de groote beteekenis der in de laatste jaren tot stand gekomen hervormingen op bestuursgebied. U. Opleiding. In het Decembernummer van La Revue d'Infanterie vervolgt generaal Barbeyrac de Saint-Maurice zijn artikel Instruction des appele'sdes contingents annuels dans le service a court terme" (zie I.M. T. blz. 163). Schrijver wijdt eenige beschouwingen aan de samenstelling en den inhoud van de door den compagnies-commandant, met de hulp van de officieren van de compagnie, samen te stellen oefeningstableaux en behandelt dan A. De technische uitvoering van de gevechtsbevelen door de geweermi- trailleurgroep; B. Het vuren door de geweermitrailleurgroep. Vervolgens gaat schr. na op welke wijze de groep optreedt tydens het ver krijgen van de gevechtsaanraking, terwijl daarna nog eenige voorbeelden wor den gegeven van gevechtsschietoefeningen en wel A.voor de sectie geweermitrailleurs, B. Voor de sectie mitrailleurs, vuur met directe richtmg en C. voor de compagnie en het bataljon. In zijn artikel: „Brauchen wir den Lmg. Zagfiir die Ausbildung am Lmg (All. Schweiz. Mil. Zeitung, Nov. '28) gaat Luit. Wanner na op welke wijze de opleiding van den l.m. schutter moet plaats hebben in het Zw. leger. Daarbij worden drie methoden onderscheiden le. Hierbij worden alle 1. m. schutters der compagnie vereenigd in één sec tie, ook voor het overige deel der militaire opleiding. Deze sectie wordt eerst ontbonden en de manschappen verdeeld over de onderdeden der compagnie, op het moment, dat de opleiding voor het gevecht nagenoeg is voltooid, bv. bij den aanvang der groote oefeningen;

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 79