252 2e. De opleiding van den 1. m. schutter blijft in het raam van de algemeene opleiding der sectie en wordt dus al dadelijk gelaten aan den sectie commandant, die iater ook met dezelfde sectie moet werken; 3e. Een methode die het midden houdt tusschen beide eerstgenoemde en waarbij de 1. m. schutters van de compagnie op bepaalde dagen worden samengenomen, uitsluitend voor de speciale mitr. opleiding; het overige deel der opleiding geschiedt geheel in de sectie. Schr. kiest o. i. terecht, de methode onder 2e genoemd. „Gedanken iiber die Schieszausbildung der Infanterie" (Mil. Wochenblatt No. 19. Nov.) wordt zeer ter lezing aanbevolen aan allen die het hunne er toe hebben bij te dragen de schietvaardigheid van onze infanterie zoo hoog mogelijk op te voeren. Novembernummer van „Infantry-Journal" bevat een art. van captain X. (A course in chemical warfare) waarin genoemd officier zijne ondervin dingen weergeeft, opgedaan tijdens een cursus aan de „Chemical Warfare School". Op zeer onderhoudende wijze vertelt hij hoe buitengewoon leerzaam die cursus was voor alle officieren die er aan deelnamen, niet het minst door de wijze waarop alles gedemonstreerd werd. Voorbeelden van tactische oefeningen op de kaart troffen we aan in La Revue d' Inf. (Dec. nummer) en Mil. Wochenblatt No.'s 18, 19 en 20 (Nov. 1928). Voorschriften. Kapitein O. Daniker behandelt in All, Schweiz. Mil. Zeitung (Nov. nummer) „Die neue Österreichische Schieszvorschrift fiir die Infanterie". De veelzijdigheid der hedendaagsche lnfanterie-bewapening heeft de vraag doen ontstaan of het de aangewezen weg was voor ieder afzonderlijk wapen (geweer, 1. mitr., zw. mitr., mijnenwerper inf. geschut,) ook een afzonderlijk schietvoorschrift uit te geven, of dat het wellicht beter was naar eenheid te streven door het samenstellen van één schietvoorschrift voor de infanterie. In het Oostenrijksche Bondsleger werd de laatste oplossing gekozen, en niet ten onrechte volgens Schr. Door deze oplossing toch worden algemeen overeenstemmende begrippen gevormd, wat voor een wederzijds begrijpen der verschillende wapens bijzonder bevorderlijk is. Schrijver vestigt nog eens de aandacht op de noodzakelijkheid dat de infanterist en de artillerist volko men op de hoogte moeten zijn van de vechtwijze van beide wapens en van de uitwerking die van de verschillende wapens mag worden verwacht. Zonder dat is een goede, vruchtdragende samenwerking niet mogelijk. „Een nieuw schietvoorschrift moeten daarin is het bedoelde schietvoor schrift voorbeeldig geslaagd het overeenkomende van de verschillende inf. wapens helder samenvatten, en dan daarop steunende, de eigenschappen van de afzonderlijke wapens en hunne toepassing karakteriseeren". „Die neue Italienische Felddienstv or schrift" (Mil. Wochenblatt No. 20. Nov.) Belangstellenden in nieuw verschenen buitenlandsche voorschriften vinden in genoemd artikel eene bespreking van deel I van het velddienstvoorschrift voor het Ital. leger, dat in 1928 verscheen en waarin op overzichtelijke wijze is aangegeven hoe in Italië de beginselen omtrent het gebruik van groote eenheden in een voorschrift zijn vastgelegd. Het artikel vestigt den indruk dat op alle gebied in het voorschrift duidelijke taal wordt gesproken, zoowel wat betreft het gebruik der verschillende wapens, als de benamingen voor bepaalde tactische handelingen. In het voorschrift is opgenomen het verbod om andere dan de voorgeschreven benamingen te gebruiken om die tactische handelingen aan te duiden. U. Revue Militaire Fran?aise October, November 1928. In beide eerstgenoemde afleveringen gaat de generaal van den genees kundigen dienst Üzac door met zijne studie: „De l'ancien au nouveau régie- ment du Service de Santé". Thans worden behandeld:

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 80