254 al was het alleen maar daardoor, dat zoo groote nadruk wordt gelegd op de besliste noodzakelijkheid van organisatie van alle hulpmiddelen. De tijden dat de geneeskundige behandeling in hoofdzaak het domein vormde van de militaire artsen is voorbij. Een moderne oorlog eischt het gebruik maken van alle middelen. Steeds grooter wordt de rol, die de civiele bevolking alsdan krijgt te vervullen en dit geldt uiteraard ook voor het verleenen van geneeskundige hulp en verpleging. Oefeningen. All. Schweiz. Mil. Zeitung, Nov. '28. Een (door de Zw. off. ver.) be kroond artikel van den Div. arts Luit. Kol. WaltherWie lassen sich in Manövern gefechtssanitatdienstliche Uebungen der Truppensanitat und der Sanitcitstruppenkörper utid~Einheiten am vorteilhafsten darchfiihren Evengoed als de troepenaanvoerder moet de chef van den geneesk. dienst bij een troependeel leeren den toestand juist te beoordeelen als gevolg daar van een besluit te nemen en over de onder zijne bevelen gestelde geneesk. eenheden op de juiste wijze, maar in de eerste plaats op het juiste tijdstip te beschikken. Van zeer groot belang is de samenwerking van den geneesk. dienst met de andere wapens. Schr. wijst op de noodzakelijkheid om off. van gez. aan oefeningen te doen deelnemen, óók om de behoefte aan geneesk. personeel en materieel te leeren kennen, terwijl omgekeerd dan de troepenaanvoerders ook genoodzaakt worden, bevelen voor den geneesk. dienst te geven. Schr. geeft nog eens in het kort aan de taak van den geneesk. dienst te velde en behandelt vervolgens een oefening van een regiment inf. met hulp wapens tegen een afd. van gelijke sterkte en zegt daarin op welke wijze het geneesk. personeel geoefend dient te worden. Als 2de voorbeeld wordt vervolgens behandeld de geneesk. dienst bij manoeuvers in grooter verband waar brigades of divisies tegen elkaar oefenen. O. a. de taak van den Div. arts wordt kort en duidelijk uiteengezet. „Als bij zulke oefeningen de chef-arts in de gelegenheid komt van te moeten beslissen in te voren niet bekende omstandigheden, als alle verbindingen functioneeren en als ook de troepencommandanten den indruk krijgen dat zij de organisatie van den geneesk. dienst tijdens het gevecht zonder bezwaar aan den chef arts kunnen overlaten, dan is het doel van die oefening volkomen bereikt". Mil. Wochenblatt No. 18 (Nov. '28). „Reichswehr und Leibesübungen". Een artikel waaruit blijkt hoe men in Duitschland de noodzakelijkheid inziet van sport in het leger. We halen er uit aan: „De oorlog bewees, zooals overigens zooveel, de volstrekte noodzakelijk heid van een degelijke lichamelijke opvoeding, niet alleen voor de soldaten, maar voor iederen Duitscher. In de eerste plaats wordt ook geëischt dat de toezicht-houdende officier niet meer met rijlaarzen of zelfs met lakschoenen aan en de sabel om, naar het turnen staat te kijken, doch dat hij in sportkleeding gekleed zelf meedoet en het voorbeeld geeft. Voor de soldaten moet de beoefening van sport heilige plicht zijn. Voor onze soldaten geldt daarom het woord van onzen grijzen veldmaar schalk Von Hindenburg: Lichaamsoefeningen zijn burgerplicht. Een eerste eisch is: Alle officieren moeten veel meer dan tot dusver, deelnemen aan sport. In de toekomst mag er geen officier meer zijn die niet het D. sport-onderscheidingssteeken heeft". Mil. Wochenblatt No. 19 (Nov. '28). Hoe systematisch men oefent in Rusland, wat betreft de bescherming van de burgerbevolking tegen gas aanvallen blijkt wel uit het artikel: „Gasschutz-manöver in Kiew", waarin o. a. het volgende wordt medegedeeld Op 12-9-28 had de aankondiging van de oefening plaats door middel van extra uitgegeven bladen. De bevolking werd opgeroepen aan de maat-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 82