257
Schrs. geven verschillende practische wenken tijdens de behandeling van
■den aanval en zijn n. h. v. geslaagd in hun pogen een steentje te hebben
bijgedragen, om een inzicht te geven in den strijd om en in een steunpunt.
Mechaniseering.
Mil. Wochenblatt No. 20. (Nov. '28). Ansichten iiber Heeresmotorisierung"
In dit artikel worden beschouwingen gegeven, zij het ook korte, over het
in Engeland verschenen werk van Kolonel Rowan-Robinson „Some aspects
•of mechanisation", waarin behandeld worden in de gelijknamige hoofd
stukken:
le. de Engelsche gemotoriseerde proef-brigade;
2e. de bevelvoering;
3e. de verdediging in den strijd tusschen pantsertroepen;
4e. de verkenning en de beveiliging;
5e. de opleiding en de scheidsrechterlijke dienst;
6e. vechtswagens en de luchtstrijdkrachten;
7e. beweeglijkheid en gevechtskracht; geschut en pantser, stoot- en vuur
kracht;
8e. het overwinnen van hindernissen en
9e. Indië en de motoriseering van het leger.
Het artikel maakt den indruk van verwarring der begrippen motorisee
ring en mechaniseering.
Mil. Wochenblatt No. 21. (Dec. '28). „Vom Pantzerfahrzeugbau III
Versusche mit Triplexglas".
Een beschrijving wordt gegeven van het zg. triplexglas dat gebruikt wordt
in de Fransche en Amerikaansche tanks, nl. in den roteerenden toren,
waarin de waarnemer plaats neemt. Dit glas heeft de eigenschap den
samenhang, ook bij treffen door een projectiel, niet te verliezen, zoodat het
geen gevaar oplevert voor de oogen van den waarnemer. Deze eigenschap
wordt niet verkregen door een bijzondere glassoort te fabriceeren. Men
gebruikt een goed soort spiegelglas, dat in verschillende lagen op elkaar
met celluloid-lagen ertusschen, het gewenschte materiaal moet leveren. Het
artikel geeft de resultaten van verschillende proefnemingen, waarbij op
glas van dikten van 10 mm., 25 mm., 50 mm. en 56 mm. werd geschoten,
met verschillende wapens op korten afstand.
Mil. Wochenblatt No. 18. (Nov. '28). Festungen gegen Pantzerwagen"
Kapitein H. Wagner bespreekt hierin het artikel verschenen in het Mei
nummer 1927 van „The Royal Tank Corps Journal". We volstaan met zijn
conclusies te vermelden: nl. dat de belegering van vestingen ook thans
nog behoort aan de zware artillerie, dat vechtwagens uitsluitend hulpwapens
zijn voor de stormende infanterie die in den vesting-oorlog nimmer zonder
artillerie-voorbereiding tot actie zal komen. Vechtwagens als hoofdwapen
zijn voor een bestorming van een vesting noch geëigend noch bestemd, en
wel geen enkel leger zal zijn kostbaar materieel door zulk onbezonnen in
zetten in de waagschaal stellen.
Verdediging tegen vechtwagens.
In Die Waffe gegen Tiefflieger, Tanks und. Hochflieger" (Mil. Wochen
blatt No. 18. Nov. '28) geeft de schr. zijne inzichten naar aanleiding vaneen
artikel in het M. W. van 18 September, waarin men komt tot een machine
kanon geschikt voor het bestrijden van alle genoemde doelen. Hier komt
schr. tegenop want, zegt hij, de ervaring heeft geleerd dat een dergelijk
kanon niet kan voldoen aan de bijzondere eischen die gesteld moeten worden
voor elke vuuropdracht tegen die doelen.
Daarom komt hij tot de volgende wapens:
a. Tegen laagvliegende vliegtuigen en lichte pantsers: een 2 c.m. machine-
kanon met licht-gepantserde auto-affuit; zijdelingsch schootsveld 360
graden, verticaal schootsveld 80 graden; proj. gew. 150 gr.; Vo. 800
m/sec.; met brandstichtend vermogen tegen benzine-tanks.