261
Deze methode heeft inderdaad vele voordeelen die schr. dan ook nader
aangeeft. (Zeer groote trefzekerheid, groot rendement van den motor en
de draagkracht van het vliegtuig en veel meer kans op verrassing).
Schr. besluit met de opmerking dat tegen verdediging vanaf den grond
en tegen vijandelijke vliegtuigen de scheervlucht nog bijzondere voordeelen
biedt.
Mavors. November-nummer 1928. Het ingrijpen van vliegtuigen in den
strijd te land", door 1ste Luit. Calmeyer. Schr. behandelt in het kort het
ontstaan van den luchtstrijd waarvan we het eerst hooren in 1916. Later
komen meer georganiseerde aanvallen tegen den rug en de verbindingen
des vijands, bij uitzondering ook tegen de voorste troepen. Het doel van
het art. is dan verder om bij officieren, kader en manschappen het vreed
zaam beeld, dat gegeven wordt bij luchtaanvallen tijdens manoeuvers aan
i te vullen met oorlogsbeelden, die zich diep in het geheugen dienen te
griffen.
Als 1ste beeld geeft schr. dan een voorbeeld van een vliegeraanval in
den rug, nl. de aanval van 24 Duitsche vliegtuigen op een Engelsche div.
nabij Brie en St. Christ aan de Somme in September 1918.
Als 2de beeld (in het Dec. nummer) wordt behandeld: Vliegtuigen tot
steun van de stormende infanterie nl. de steun van een escadrille Oosten-
rijksche vliegtuigen aan een Oostenrijksche afdeeling van 1 f4 Bataljon
infanterie, stormende tegen een Italiaansche overmacht op 3 Juni 1917
tijdens den lOden Isonzo-slag.
Vervolgens een voorbeeld uit den strijd op het Noord-front van Verdun
op 24 September 1917 en een Italiaansche aanval uit den 11 den Isonzo-slag
op 21 Augustus 1917. Beide voorbeelden van groote deprimeerende uit
werking op den aangevallene, van moreele opheffing van de eigen partij.
Gasoorlog.
Mil. VVochenblatt No. 18. Nov. '28. „Gasschutz fiir die Zivilbevölkerung
im Luftkatnpf"In dit artikel bespreekt de schr. de Engelsche inzichten
zooals deze werden gepubliceerd in „Journal of the Royal United Service
Institution", waarin als opdrachten voor den luchtbeschermingsdienst ge
noemd worden:
1. Het bedrijfsleven van een oorlogvoerend volk moet zooveel mogelijk
tegen storingen uit de lucht beschermd worden. Niet alleen door daad
werkelijke oorlogsmaatregelen maar ook door al die voorzorgs- en
aanvullingsmaatregelen te nemen, die noodig zijn om de stemming
onder de groote arbeidersmassa's goed te houden en hunne arbeids
prestaties op peil te houden. Deze maatregelen van passieve bescher
ming moeten omvatten: openbare waarschuwingen voor een dreigen
den aanval, de gedwongen beperking of het geheel dooven van licht bij
nacht, het camoufleeren van fabrieken, het gereed maken van bomvrije
schuilplaatsen, van apparaten voor bestrijding van vuur en gas, en
politioneele maatregelen ter beteugeling van paniek.
2. Het vervoer van de voortbrengselen van de industrie, met name van
de c-orlogsbenoodigdheden, moet zooveel als eenigszins mogelijk tegen
onderbreking gevrijwaard zijn. Bijzondere maatregelen moeten worden
getroffen voor het vervoer van springstoffen.
3. Bij de verdeeling van de voedingsmiddelen bestemd voor de bevolking
moet bijzondere zorg worden besteed aan de bescherming van den
vervoersdienst.
De zekerste wijze van bescherming bestaat uit het ver van het eigen
gebied houden van de vijandelijke luchtmacht; men moet dus den lucht
oorlog in het vij. gebied houden.
Maar dat kan D. niet door het Versailler vredesverdrag. Vandaar dat
schr. zijn opstel eindigt met: Wanneer het Verdrag van Versailles ons ook
tot het uiterste gekneveld heeft, deze vrijheid heeft het ons niet kunnen