262 ontnemen, ons in zoover voor een toekomstoorlog voor te bereiden, als men het D. volk door woord en daad over de beteekenis van de bescherming tegen gas als een zuiver defensieve maatregel inlicht en daarmede over eenkomende organisaties schept. Artillerietechniek. Schw. Monatshefte für Off. aller Waffen. Nov. '28. „Zur Frage einer Raketenartillerie"Dr. Ing. M. C. Semper gaat na de mogelijkheid van invoering van een artillerie met het raket-beginsel. Schr. noemt de gegevens over de oorlogsraket der Fransche art. van 1827. Niets nieuws dus onder de zon. In den wereldoorlog zijn vele zeer oude wapens weer te voorschijn gekomen, zij het dan ook geperfectioneerd (handgranaten, mijnwerpers, e.d.) Schr. noemt het dan ook een toeval dat in dien oorlog de raket niet als offensief wapen weer is opgedoken. Het lijdt geen twijfel dat men de raket tot een wapen kan maken dat den mijnwerper wat betreft schootsverheid en juistheid, beslist evenaart, wat echter beweeglijkheid en transport- en gebruiksmogelijkheid betreft, dien zeer beduidend zal overtreffen. Schokveiligheid voor de lading is geen vereischte. Daardoor kan de vernietigende werking gelijk zijn aan die van den vliegtuigbom. De wand kan zeer dun zijn, vooral als de raket gebruikt wordt voor het werpen van vloeibaar gemaakte gassen naar den vijand, bv. phosgeen. De wanddikte moet dan slechts voldoende zijn om weerstand te bieden aan de spanning der inwendige dampen. In tactisch opzicht staat de „Raketenartillerie" tusschen den mijnwerper en het bombardementsvliegtuig. Met beide heeft ze de uitwerking gemeen, is beweeglijker dan de mw. en is, vergeleken met het vliegtuig veel een voudiger wat betreft de inrichting. Wat aangaat het tactisch gebruik denkt schr. zich aan ieder bataljon inf. en regt. cav. een raket-uitrusting toebedeeld van verschillende kalibers en soorten, (brisant-, gas-, brandstichtende raketten.) Met een dergelijke uitrusting kan de inf. en ook de cav. in den bewegingsoorlog in staat geacht worden bij het falen der art. of mw. de vij. opstelling, verdedigde oorden, bruggen, overgangen straten, zonder groot risico van eigen verliezen, grondig te vernielen of te vergassen. In den bergoorlog zal de „Raketenartillerie" zich beter dan de bergart. of de mitr. eigenen voor het versperren, onbegaan baar maken, enz. van défilé's, bergwegen, enz. Voor een dergelijke art. bestaan geen doode hoeken, althans nagenoeg niet, de vuurmond biedt mo gelijkheid tot het verschieten van het proj. onder alle elevatie's van horizon taal tot 90 graden. Bovendien kan een défilé snel vergast worden. Art. Rundschau. Decembernummer '28. „Die Entwicklung der Infan- terie-geschütze, dargestellt am Material der AG. vormals Skodawerke in Pilsen". Dr. Q. Daniker zet uiteen hoe tijdens den wereldoorlog de noodzakelijkheid bleek aan de inf. een wapen te verschaffen dat hulp kon geven daar, waar de ver achteruit opgestelde art. en ook de mitr. niet konden helpen. Een kleine vuurmond werd daarvoor bestemd met een kaliber van ongeveer de helft van het kaliber van het veldgeschut. Skoda vervaardigde het 37 m.rrt. inf. geschut M. 15 L/20, later verbeterd. Aangezien dit niet voldeed, werd na korte pogingen met 47 m.m. overgegaan tot 75 m.m./L/12. Daarna verschijnen de 9 c.m. M. W. M. 17, de 17, de 14 c.m. M. W. M. 18 en de 26 c.m, M,W. M. 18., beide laatste veel te zwaar om de inf. te kunnen volgen. Na den oorlog werd teruggekeerd tot het 37 m.m. kaliber, waarvan echter de Vo. nog te gering was. De beoordeeling der verschillende vraagstukken wees in de richting van het kiezen van twee verschillende vuurmonden, hoewel de nadeelen daaruit ontstaande (v.w.b. tactisch gebruik, opleiding, organisatie, e. d.) een oplossing vragen die uitgaat naar een vuurmond die een compromis is van alle tegenstrijdigheden. Deze twee mogelijkheden uit werkende ontstond:

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 90