ontsnappen en zich bij zijn vader te Ajdir te voegen, waar ook Mhamed zich ophoudt, die in antwoord op brieven van zijne professoren, hem uitnoodigend zijn onderbroken studie te her vatten, hun schrijft, dat het gist in het Rif en Spanje zijn bestuurspolitiek grondig heeft te wijzigen, zal het niet tot een botsing komen. Als op die dreigementen niet gereageerd wordt, komt de oude kaid openlijk in verzet. Hij vereenigt zich met den cherif Tounsi van den aangrenzenden stam der Temsaman en gezamenlijk onderneemt men een strooptocht tegen de Spaan- sche posities bij Tafersit. Onderweg overlijdt de oude heer en Si Mohand volgt hem op. Zijn eerste werk, gesteund door zijn oom Abd es Salam en zijn broer Mhamed, is eenheid te brengen onder de in verzet zijnde stammen en hunne onderlinge kwesties bij te leggen. Zijn reputatie van Moslimsch geleerde weet hij te benutten om den krijgshaftigen tariqah der Rimayyah voor zijn zaak te winnen en dan heeft het Spaansche bestuur hem intusschen troeven in handen gegeven, die hij op het juiste moment zal uitspelen. De kolonel Sylvestre, in 1914 naar Spanje teruggeroepen, is daar generaal en chef van het militair huis des Konings geworden. Als Berenguer tegen Raissouli optrekt, weet Sylvestre zijn her plaatsing in Afrika te bewerken, niettegenstaande de overigens zeer tamme protesten van Berenguer (l5). Te Ceuta geplaatst, komt al spoedig de Commandancia van Melilla vacant en waar dit commando momenteel rustig is en Berenguer den onstuimi- gen Sylvestre graag van het terrein van actie verwijderd houdt, zendt hij hem daarheen. Sylvestre, naijverig op het succes van Berenguer tegen Rais souli, begint, nauwlijks te Melilla, een actie naar de Oued Kert, met Alhucemas als einddoel. Zonder veel tegenstand bezet hij in- Mei 1920, Dar Drius en in Augustus d. a. v. Tafersit. Beren guer keurt dit eigenmachtig handelen niet uitdrukkelijk af, maar beperkt zich tegen zijn hoffahigen ondergeschikte tot sarcasme hij schrijft: „Ik begrijp wel, dat het hinderlijk is om belang rijke operaties tot in alle details te bestudeeren alvorens tot de uitvoering over te gaan, maar toch eisch ik zulks van alle bevel voerenden als een waarborg, dat alle voorzieningen getroffen zijn en om de kansen op een misgreep te verminderen. Dat is wel het minste, wat ik doen kan om te beantwoorden aan de eischen, door de Regeering aan mij gesteld". (I6) 181 (15) D. Berenguer. Campanas en el Rif y Yebala, 1921-1922. Notas y do- cumentos de mi diario de operaciones. ed. Serrano, Madrid. Berenguer citeert daarin herhaaldelijk een alleszins juist axioma van den Markies de Santa Cruz Het is niet wenschelijk twee officieren van den zelfden rang aan elkaar onder geschikt te maken. Van gelijke tot gelijke commandeert men met terughou ding en gehoorzaamt men met weerzin. (16) D. Berenguer. op. cit.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 9