375 vastgelegd. Het betreft hier: de vervanging op een door den algemeenen bevel hebber gekozen oogenblik, van de inf. der voorposten welke tot dekking van een in te richten verdedigende opstelling werden uitgezet, door minder sterke afdeelingen die naar den tekst der voorschriften „met voordeel genomen zullem worden uit de lichte troepen van het legerkorps". Dit oogenblik acht de alge- rneene bevelhebber gekomen, zoodra hij van oordeel is dat de voorbereidingen voor de verdediging afgeloopen zijn en een gevecht ophanden is. Schr. be spreekt achtereenvolgens de taak van deze voorposten van verminderde sterkte de daardoor uitgezette posten en uitgezonden patrouilles de door de art. aan deze voorposten te geven steun plaats en taak van inf. afdeelingen (pelotons) die uitgezet worden door de voor-bataljons tusschen deze voorposten en de verdedigende opstelling; de bevelvoering met alle noodige verbindingen de aan- en afvoer voor deze voorposten. Mavors No. 2. Februari 1928. „De commando-post". Kapitein v.d. Waall geeft een verhandeling naar aanleiding van een te Arnhem (in de aldaar door de Ver. van Verlofsofficieren opgerichte studieclub) gehouden inleiding door Dr.J. J. Koopmans. Schr. behandelt achtereenvolgens: I. Wie tot den Co. post behooren en wat onder Co. post te verstaan is II. Plaats van den Co. Post. III. Wie bepaalt de plaats van den Co. post? IV. Verplaatsing van den Co. post. Mil. Wochenblatt, No. 28. Januari 1929. „Zur Vereinfachung des An- griffsverfahrens der Infanterie". Gen. v. Taysen heeft vaak de klacht vernomen dat de D. aanvalsmethode te ingewikkeld is en zich daarom niet eigent voor de zeer snel te vormen massa-legers. Hij acht het daarom ook niet van belang ontbloot dat het nieuwe Fr. reglement een vereenvoudiging van de tactiek der kleinste onderdeden heeft doorgevoerd. Hij geeft in de eerste plaats aan wat de „France militaire "van 14/8 als haar meening kenbaar maakt, nl. dat met vreugde werd begroet dat het reglement de verdeeling van de groep bij een aanval op een weerstandsnest in 1ste: een frontaanva! (door de 1. mitr. halfgroep) en 2de: een fiankaanval (door de geweer-halfgroep) niet meer kent. Ook in een artikel in genoemd tijdschrift van 1/10 wordt nog eens de voldoening uitgesproken over den eenvoud van de gevechtsopleiding, zooals die thans is geworden. Schr. vraagt zich af waarom de Fr. thans de verdeeling van de gevechtsgroep geheel hebben losgelaten en bespreekt de door het reglement zelf aangevoerde redenen. Vervolgens de vraag: „Is zulk een vereenvoudiging van den aanval van de groep ook voor ons (=D.) bruikbaar?" behandelende komt schr. tot een ontkennend antwoord. Wel vindt hij in het nieuwe Fr. reglement een aanwijzing op welke wijze de ongetwijfeld moeilijke aanvoering van de D. groep, de gevechtsgroep en de sectie, gemakkelijker te maken is. Mechaniseering. Mil. Wochenblatt. No. 23. Januari 1929. Vom Panzerfahrzeugbau" Dr. Heigl. zet zijn artikelenreeks voort in IV. „Einiges iiber neues Franzö- sisches Material". Schr. wijst op de energieke pogingen der Fr. om de vele oude Renault-tanks te moderniseeren, in welke richting thans weder een stap is gezet door invoer van een nieuwe ketting, die niet als tot dusver door middel van wrijving in beweging wordt gebracht, doch thans door tandrad overbrenging. Daarnaast hebben proeven plaats met een nieuwe lichte sneltank en met een nieuwe 20-ton-tank ter vervanging van de oude Mark V. De nieuwe Renault N. C. Mod. 27 heeft een gew. van 7,8 ton. max. snelheid 18 Km. per uur en een pantser van 30 mm. (slechts achterste helft heeft pantser van 20 mm.). Volgens schr. zijn we thans in een tijdvak van reactie in de naoorlogsche ontwikkelingsperiode van de tank en overzien thans eindelijk welke afweerwapens ons in de toekomst ter beschikking staan, waartegenover de tank schijnbaar zoo'n ongunstige plaats inneemt, dat men het tankgevaar als reeds niet meer bestaande beschouwt. Schr. staat op het standpunt dat de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 107