381 De conclusie, die uit de praktijk van den wereldoorlog mag worden getrokken, luidtDe geweldige ontwikkeling van de artillerie ten spijt, blijven voor de toe komst doelmatig aangelegde permanente versterkingen van groote beteekenis. Ook dan zal nog gelden de al zeer oude regel, dat versterkingen met een minimum aan bezetting, een maximum aan afwerende kracht beloven. Men kan daarom minder over 't beginsel van de al of niet noodzakelijkheid van permanente versterkingen in twijfel verkeeren, dan over de wijze van uitvoering van de toekomstige per manente versterkingen en de moderniseering van de bestaande. Vast staat dat geïsoleerde gordelvestingen of groote versterkte steden geen reden van bestaan meer hebben. Pantserforten vormen een te goed doel en zijn daar mede veroordeeld. In een fort behooren geen vuurmonden te worden opge steld, op welke wijze ook. Oordeelkundig uitgevoerde permanente veldstel- hngen met door gewapend beton gedekte onderkomens en met behoorlijke tusschenruimten voorzien van sterke steunpunten, zullen in een toekomstigen krijg ongetwijfeld de van hen verwachte afwerende kracht verzekeren, mits zij worden verdedigd door een troep, die vertrouwen heeft in zijn kracht. Schr. geeft verder een verhandeling over de landfronten van de vesting Holland die hun groote afwerende kracht ontleenen aan de onderwaterzet tingen. Deze en de beschermende forten neemt schr. in beschouwing, daarbij betoogende: „de strijd om een inundatie-stelling vindt zijn brandpunt in dien om de accessen". Verbindingsdienst. Mil. Wochenblatt, No. 23. Januari 1929. Onder „Aus der Werkstatt der Truppe" troffen we een artikel: Der Schiedsrichter im Nachrichtendienst" dat ter lezing wordt aanbevolen aan allen die geroepen kunnen worden voor de taak van hulpleider, zoowel als aan de commandanten die te maken hebben met het inzetten van verbindingsmiddelen. Schr. komt op tegen het veelvul dig uitzenden van ordonnansen, zegt dat dit geen oorlogspraktijk is, waar men menschen moet sparen. Eerst als uiterste middel de ordonnans voor het overbrengen van berichten of bevelen, als alle andere verbind, middelen falen. Ook de telefoon veroordeelt schr. door haar ernstige onvolkomenheden. Moderne legers zoeken de oplossing in draadlooze telefonie. De leiding moet bij oefeningen gedwongen worden, vrijwel uitsluitend zich te behelpen met optische seinmiddelen, berichthonden e. d. De draadlooze verbindingsmiddelen dwingen bovendien tot kortheid in de bevelstechniek. Ten slotte schetst schr. de groote fout die er schuilt in het niet gebruiken van schuilnamen door troepencommandanten, adjudanten en andere off terwijl den manschappen van den verbind, dienst geleerd wordt welke gevaren er juist te dien aanzien bestaan voor het meeluisteren door den vijand en de voorschriften daarom trent strenge bepalingen bevatten. In alle drie gevallen wil schr. de scheids rechters doen ingrijpen om ook op dit gebied te zorgen dat de oorlogsom standigheden zooveel mogelijk worden nagebootst. Revue militaire Suisse. No. 1, Januari 1929. Les chiens de guerre dans notre arméeLuitenant E. Naef. De Duitschers hebben goede resultaten be reikt door indeeling van honden bij patr. Honden kunnen worden afgericht o.a. voor indeeling bij geneesk. formaties, als patr. hond, als waakhond, voor het maken van rondes, als draag- of trekhond (o. a. in het Belg. leger) en vooral als hond bij den verbind, dienst. Fr. had geen legerhonden bij het uitbreken van den oorlog, nam echter vele particuliere honden in dienst, tot einde 1916 gen. Joffre het gebruikervan verbood. In 1917 werd een officieele organisatie ingesteld. Schr. bespreekt het gebruik van den verbindingshond en gaat na wat terzake is bereikt in het Zw. leger. Hij eindigt met de hoop uit te spreken dat deze belangrijke zaak ernstig zal worden bestudeerd, zoodat iedere divisie in de naaste toekomst over een aantal militaire honden zal kunnen beschikken. Mil. wissenschaftliche und Technische Mitt. Jan. Febr. nummer 1929. Verbitidungen im Gebirskrieg", maj. Werner. In B. Blinkverbindungen lezen we o.a. dat degen. maj. v. Budina (in den llden Isonzo-slag) de waarde

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 113