achtte La Voz het gewenscht om van elk offensief af te zien, Tizzi Assa te ontruimen en de linie achteruit te verleggen naar den lijn Dar Quebdani-Dar Drious-Guerruau, aangeleund aan de Monte Mauro en in het Zuiden aan de Fransche zóne. Deze linie zou alleen de bevriende stammen der Beni Said omsluiten en de andere, die naar de zijde van Abd el Krim overhellen, aan hun lot overlaten, tot tijd en wijle het hun voordeeliger uitkomt de Spaansche zijde te kiezen. De liberale bladen (3I) schaarden zich aan den kant van La Voz en drongen daarbij aan op repatrieering van een groot deel der moederlandsche troepen, waarmee zij de publieke opinie weergaven. Ook in de oogen der oorlogspartij, de bellicistas, met de Correspondencia Militar als orgaan, kon het plan van den generalen staf geen genade vinden: zij wenschte een landing in de baai van Alhucemas, gevolgd door een recht- streekschen aanval op Ajdir. Abd el Krim, trouw krantenlezer, is wederom nauwkeurig in gelicht omtrent de militaire plannen en de burgerlijke gezindheid en besluit tot een voorstoot, zoowel in het Oosten als in het Westen. Raissouli, bereids schoonvader van den amrar, maar door het hiervan onkundige Spaansche bestuur een hechte steunpilaar geacht, geeft begin Augustus, in den vooravond van het Rifaansch offen sief, aan den Hoogen Commissaris Silvela te kennen, „dat hij Marokko wenscht te verlaten om zijn laatste dagen te Cairo te gaan slijten, aldus Spanje de vrije hand latend bij de uitvoering van zijn plannen in Djebala in ruil voor een materieele tege moetkoming, die hem een zekeren welstand zou verzekeren. Mocht evenwel de Spaansche regeering in deze compensatie niet wil len treden, dau zou hij toch heengaan met achterlating van „een toestand van verbitterde rebellie zelfs onder zijn getrouwen". De cherif dekt zich bij voorbaat, maar wil ook nu er nog wat aan verdienen. In den loop van den 17den Augustus 1923, verneemt men te Madrid, dat de Rifanen de linie Tizzi Assa-Afrau hebben aangevallen, het gevecht is hevig geweest en er zijn belangrijke verliezen geleden. Het blijkbare doel van den aanval was een doorbreking van het front tusschen de zee en Sidi Messaud, maar deze is alleen geslaagd tusschen Tifarouine en Afrau. Beide pos ten zijn omsingeld en staan nog slechts in heliografische verbin ding met Dar Ouebdani. Als altijd in dergelijke gevallen heerscht er in de afgesneden posten watergebrek, want de eerste zorg van de Rifanen was de hoogten te bezetten, die de bronnen do- mineeren. Een eerste poging tot ontzet is mislukt, de troepen moesten zich op Dar Ouebdani terugtrekken. Den 19den onder nemen drie colonnes een nieuwe poging de eerste vanuit Timayast, de tweede langs het pad van Ajdir Azous, de derde metlzummar 279 (3I) El Sol, EI Liberal, La Libertad, El Heraldo de Madrid.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 11