tot marschdoel, het geheel onder leiding van generaal Fernandez Perez. De infanterie wordt gesteund door vliegtuigen en artil lerie. Izummar, Farha en Sidi Messaud worden bereikt, uit de richting van Tifarouine wordt men onder een moorddadig vuur ten koste van 221 dooden en gewonden, waaronder 14 officieren, teruggeslagen. De overste Pintado sneuvelt en een vliegtuig valt in handen des vijands. Bij Afrau is de toestand niet beter. De Rifanen hebben onder de Beni-Said een bloedig gericht gehou den en als gevolg daarvan is de houding van de laatsten hoogst onzeker. Den 19den doen Ghomara's en Rifanen een aanval op de post Agdoz tusschen Dar Akoba en Talamb, aan de O. Lao. De Comman dant van Dar Akoba zendt onmiddellijk de 3de tabor Regulares van Tetouan, die er in slaagt binnen Agdoz te komen en het garni zoen, een detachement van de Tercio Extranjero, te versterken. Het beleg is daarmee niet opgeheven en als het in intensiteit toeneemt, doet het garnizoen een uitval, waarbij het zware ver liezen lijdt. Dan stuurt men van Tetouan de 3de tabor Regulares van Ceuta, 2 cieën van het Regiment van Ceuta en eskadrilles bombardementsvliegtuigen, die, met een verlies van 200 man, erin slagen Agdoz te ontzetten. De aanvallers hebben zich opge lost en zijn in het gebergte verdwenen. Den 22sten beschieten hoogstens 50 partijgangers 's avonds om 9 uur Tetouan, dooden 5 Spanjaarden, 7 inheemschen, ver wonden er 7 en bezorgen de stad een onrustigen nacht. Een onder zoek wijst uit, dat deze souga of alarmeering is ondernomen door Kheriro, een der bendehoofden van Raissouli, en de speciale correspondent van La Libertad, de heer Hernandez Mir, verdiept zich in beschouwingen, waarom dit bendehoofd den loyalen Raissouli ontrouw kan zijn geworden. Deze jobstijdingen veroorzaken in Spanje groote onrustmen spreekt van een nieuwe ramp van Anoual. Den 19den wordt de pers ten aanzien van de oorlogsberichten onder beperkte censuur gesteld. Naar alle zijden worden orders verzonden voor den aan voer van versterkingen en munitie. De Hooge Commissaris, die te Tetouan verbleef, begeeft zich in allerijl naar Melilla. Het eskader krijgt bevel voor Afrau te gaan kruisen. Den 20sten komt de ministerraad te Madrid bijeen en besluit men met alle kracht aan den aanval het hoofd te bieden. Op den zelfden datum begint de concentratie van alle beschikbare troepen bij Dar Quebdani en Kandoussi, tot ontzet van Tifaroui ne. (32) De strijdmacht, die aan deze operatie deel zou nemen, was verdeeld over een linker- en een rechter-sector. 280 t32). Het volgende is in hoofdzaak naar een semi-officieel verslag in de Libertad.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 12