HET LICHT TEGEMOET.
door
J. C. KOSTER,
Hoofd van den Generalen Staf, tevens
Inspecteur van de Militaire Luchtvaart.
Bij Beschikking van Zijne Excellentie den Commandant van het
Leger van 27 Februari 1929, benoemd tot Inspecteur van de
Militaire Luchtvaart, is mijn rechtstreeksche aanraking met de
Luchtvaartafdeeling dus eerst van zeer korten duur.
Maar ook deze weinige tijd was voor zooverre een belang
stellend volgen van den ontwikkelingsgang, onzer militaire lucht
vaart niet reeds eenig inzicht gaf - lang genoeg om te ervaren,
dat onze Luchtvaartafdeeling niet is, wat buitenstaanders er van
denken, wanneer zij bij demonstraties de escadrilles zich in den
zonnigen hemel zien verheffen.
Onze Luchtvaartafdeeling is geenszins als een adelaar, die zich
met forschen vleugelslag omhoog richt; zij is een zorgenkind,
dat o, zoo graag de in zich levende krachten wil ontplooien, dat
een belofte voor de toekomst in zich draagt, doch dat door de
materieele omstandigheden waarin het leeft, nimmer tot vollen
wasdom dreigt te komen.
En zoo is het beeld van haar ontwikkelingsgang een vertraagde
film, die hortend en stootend zich afrolt en wel eens dreigt stil te staan.
Dit is ontmoedigend voor hen, die dit zorgenkind met hun
toewijding omringen en zooals reeds zoovelen der verwanten hun
leven gaven voor dit kind, tot een gelijk offer bereid zijn.
Doch één troost blijft ons. De moed, de energie en de onver
droten arbeid, die de Luchtvaartafdeeling tot dusverre hebben
gekenmerkt, zij leven voort.
Uit de volgende bladzijden zal de lezer ongetwijfeld een indruk
krijgen van de moeilijkheden, die overwonnen werden. Mogen de
moed en vastberadenheid, die het tropisch luchtruim veroverden,
zich ook handhaven in deze tijden van teleurstellingen ontgooche
ling, waarin het door onze voortrekkers gebaande pad dreigt dood
te loopen op een rotswand van finantieel onvermogen. Ten slotte
zal men wellicht toch nog een tracé vinden om den ingeslagen
weg te kunnen vervolgen.
Wie nog levenskracht heeft kan immers met gelooven, dat de
met zooveel energie en zoovele jonge levens gekochte voorloopige
resultaten door de verantwoordelijke macht tot nutteloosheid zullen
worden gedoemd.
En wie zou beter dan onze vliegeniers, die zoo dikwijls door een
wolkenbank heenbraken, weten, dat achter de wolken de zon schijnt
Daarom zij het devies onzer Luchtvaartafdeeling ondanks en
juist in deze moeilijke tijden: „Het licht tegemoet