2. EEN1GE OPMERKINGEN NAAR AANLEIDING VAN HET ARTIKEL „ONS OEFENSTELSEL". 3) door H. Naar aanleiding van het artikel uit de vorige aflevering, getiteld „Ons Oefenstelsel", zouden wij, voornamelijk in verband met de wijze waarop schrijver twee oefensystemen onderling vergelijkt, door de voor- en nadeelen aan beide verbonden, tegen elkander af te wegen en gezien de conclusiën, tot welke hij daarna komt, gaarne enkele opmerkingen willen maken, te meer, waar ook ons artikel uit de Januari-aflevering betreffende den scheidsrechter lijken dienst, ter sprake werd gebracht. Wanneer men in het algemeen twee systemen, hoe dan ook, vergelijkt, o. a. door daarbij de voor- en nadeelen aan beide verbonden, tegenover elkander te stellen, met het doel na te gaan, welk stelsel het beste zal voldoen, dan is het zaak, ter wille van een onbevangen, zuiver oordeel de vergelijking zoo scherp en juist mogelijk te stellen. Wij zouden hier willen verwijzen naar hetgeen maj. Kroon vorig jaar schreef in de 2e aflevering van het l.M. T. blz. 107, 3e zinsnede en blz. 110, 5e zinsnede,2) waar tegen naar onze meening schrijver thans zelf zondigt. Immers, maj. Kroon plaatst twee oefenstelsels tegenover elkander, brengt bij het z. g. „twee partijen" stelsel, waarvan de door hem opgesomde nadeelen door een goede arbitrale organisatie vrijwel geheel zou den kunnen worden geécarteerd, slechts zeer terloops den scheids rechterlijken dienst in het geding n. b. staat en valt dit systeem, 285 Nu mag wel als algemeen bekend worden aangenomen, dat elke orga nisatie de onze dus ook hare eigenaardige nadeelen zoowel als voordeelen bezit. Dat het dus bij de keuze van een organisatie feitelijk neerkomt op een appreciatie van die voor- en nadeelen en dat men deze dan tenslotte zoo nauwgezet mogelijk tegen elkaar moet trachten op te wegen. Maar wat wel vaststaat is, dat men uiterst voorzichtig moet zijn bij de waardebepaling van die voor- en nadeelen, wanneer het er op aankomt een bestaande organisatie te vervangen door een andere. 3) Noot van de Redactie. Deze bijdrage biedt de Redactie een welkome gelegenheid om een fout harerzijds, waarop zij door den schrijver gewezen werd te herstellen. In het artikel „Ons Oefenstelsel" voorkomende in het Maartnummer is n.l. op blz. 227 6e alinea een onduidelijkheid geslo pen. In genoemde alinea wordt gesproken over eerstgenoemde toelichtingen ad (5). Ui de 5de alinea nu is weggevallen eene verwijzing naar de toelich tingen bij §4 van de A. O. 1928 No. 8. Voor deze fout gelieve de schrijver onze verontschuldiging te aanvaarden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 17