twee partijen, een der partijen a priori zwakker wordt genomen dan de andere. Wij denken hierbij b. v. aan de manoeuvres van de lichte brigade in Nederland, waar toch geen der commandanten van dit onderdeel ooit de illusie kan hebben gekoesterd, te kunnen winnen. Zoolang nog wordt beschikt over commandanten met een redelijk tactisch inzicht, komt ons genoemd bezwaar dan ook niet ernstig voor, terwijl het naar onze meening ten aanzien van den troep zelve in geenen deele als een nadeel mag worden aangemerkt. Laten de manschappen toch gerust denken, dat zij hebben gewonnen of dat zij kunnen winnen; dit kan niet anders dan bevorderlijk zijn voor de animo, waarmede wordt deelgenomen aan de manoeuvres. Dat men, o. a. in Frankrijk, naast het twee partijen systeem ook oefent tegenover een z. g. „plastron" vindt zijn hoofdoorzaak in het feit, dat men voor groote oefeningen niet beschikt over vol doende deskundige krachten ten behoeve van de arbitrale organi satie, ten einde alle oefeningen met twee partijen te doen plaats vinden. In Nederland, waar wij gedurende de laatste jaren vrijwel alle manoeuvres bijwoonden, wordt onder het „tweepartijen stelsel" op veel „kriegsmasziger" wijze geoefend, dan ten onzent onder het huidige systeem, waarbij inderdaad zeer veel en zeer ernstig tegen de werkelijkheid wordt gezondigd. Dit ligt niet aan ons stelsel, in geenen deele. De oorzaak is, dat de leider onvoldoende organen ter beschikking heeft, welke dienen te zorgen, dat de troepen zich gedragen overeenkomstig de werkelijkheid. Naar onze meening kan met iedere methode goed worden geoefend, ook met de onze, waar wij wel is waar geen uitermate enthusiaste bewonderaars van zijn, doch welke wij noodgedwongen dikwijls zullen moeten aanvaarden om de eenvoudige reden, dat wij niet steeds over een voldoende aantal deskundige krachten zullen kunnen beschikken ten behoeve van den scheidsrechterlijken dienst. Maj. Kroon is gevallen over het woord „scheidsrechter". „What is in a name?" Wij hebben er uiteraard niet de minste bezwaren tegen, het woord hulpleider te gebruiken, aangezien de taak van een hulpleider, mits met zeer ruime bevoegdheden bekleed, vrijwel dezelfde is als die van een scheidsrechter, zooals wij reeds betoog den in ons vorig artikel. De kwestie van winnen of verliezen blijft immers toch buiten beschouwing. De hulpleiders, scheidsrechters of hoe men deze lieden ook wil noemen, hebben slechts te waken, dat het verloop van de oefeningen zooveel mogelijk de werkelijk heid nabij komt, daarbij zorg dragende, dat hunne beslissingen en mededeelingen aan den troep berusten op van den leider ont vangen aanwijzingen en bevelen. (A. V. O. pt. 17). Het gaaf er voor ons slechts om, te betoogen, dat momenteel bij onze oefeningen de leiding niet in staat is, deze te beheerschen ten gevolge van 289

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 21