Onverschillig het aantal stations, dat in een net opgenomen is,
mag er steeds slechts één seinen, terwijl de anderen luisteren.
Elk net krijgt toegewezen minstens één golflengte.
Belangrijke netten en die, welke ook in onderlinge verbinding
kunnen zijn, krijgen naast één hoofdgolflengte ook nog één reser-
vegolf.
Normaal wordt dan in het net op de hoofdgolf gewerkt.
De reservegolf komt in gebruik:
a. bij het snel van golf veranderen ter verhooging der geheim
houding;
b. bij druk verkeer in een net om 2 netstations in staat te stel
len naast een bestaande verbinding in het net onderlinge cor
respondentie te voeren;
c. Om een ander net op zijn verzoek gelegenheid te geven met
één der eigen netstations in radioverbinding te komen.
Bestaat een net uit meer dan 2 stations, dan wordt één aange
wezen als hoofdstation, dat de correspondentie in het net regelt
en waakt tegen overtreding der seintucht.
Het golflengteverschil ruim berekend, dat tusschen 2 netten be
staan moet, om eventueele fouten door de bediening te maken te
voorkomen is te stellen:
a. voor het golfgebied van 30 60 Meter op 3 Meter.
b. voor het golfgebied van 60 100 Meter op 4 Meter.
c. voor het golfgebied van 100 -200 Meter op 8 Meter.
d. voor het golfgebied van 200 300 Meter op 10 Meter.
Met nadruk zij vermeld, dat het relatief groote verschil van 3 en
4 Meter voor den golfband onder de 100 Meter, niet noodig is voor
de storingsvrijheid van deze korte golven.
Om op de kortegolf onderling storingsvrij te kunnen werken
zou een golflengteverschil tusschen twee netten van eenige tien
tallen cm's ruim voldoende zijn.
Het gaat hier echter om het maken van fouten door het per
soneel te beperken.
Dit behoeft nadere toelichting.
Men denkt zich bijv. twee netten I en II.
In net I werken twee stations A en B onderling op een golf van
bijv. 40 Meter; in II zijn op hetzelfde oogenblik de stations C en
D in correspondentie op 40f2 Meter.
A en C seinen; B en D luisteren.
Het golflengteverschil van /2 Meter is voldoende om een onder
linge storingsvrije verbinding in elk net te waarborgen.
Veronderstel nu, dat zender A een defect krijgt, zoodat zijn
teekens plotseling wegvallen.
Ontvanger B vermoedt dit niet, denkt dat A even gestoord zal
zijn, dan wel dat zijn golf in lengte is veranderd door de een of
308