In A werd een zender opgesteld. In de richtingen AB, AC en AD bevonden zich op afstanden van 50, 100, 200 en 300 Meter ontvangers. De verkregen resultaten hebben geleid tot de volgende conclusies. Ie. Strategische gelijkstroomstations. Op 200 Meter onderlinge afstand moet het golflengteverschil voor golven onder de 100 Meter minstens 5 a 6 Meter bedragen en op 300 Meter afstand minstens 3 Meter. Uit de tabel op blz. 311 volgt dus, dat stations uit de netten 1 en III, of I en IV, of II en IV op 200 Meter afstand moeten worden geplaatst, hetgeen zeker op alle standplaatsen mogelijk zal zijn. De benoodigde onderlinge afstand op eenzelfde standplaats moet voor deze stations op 200 Meter worden gesteld. 2e. Strategische wisselstroom stations. Hierbij bedraagt de storende band op 200 en 300 Meter afstand respectievelijk 30 en 25 Meter, hetgeen bij vergelijking van de tabel op blz. 311 (Strategische netten!) er op wijst, dat deze stations op een zelfde standplaats op vrij grooten onderlingen afstand moeten worden opgesteld. Op dit nadeel ten opzichte van gelijkstroomstations zal straks worden teruggekomen. 3e. T a c t i s c he s t a t i o n s. Het benoodigde golflengteverschil bedraagt hierbij op 100 Meter onderlingen afstand le. voor golflengten onder de 100 Meter ongeveer 4 Meter. 2e. voor golflengten tussschen 100 250 Meter ongeveer 10°/° van de golflengte. Indien voor elke Divisie, stations behoorende tot de netten I, lil, V en VII (zie blz. 311 en 312) op onderlingen afstand van 100 Meter op een zelfde standplaats zijn opgesteld is een storings vrije werking dezer stations gegarandeerd. Meer dan 4 tactische stations op een zelfde commandopost komt practisch niet voor. Als bijzonderheid zij nog vermeld, dat gebleken is, dat door de aanwezigheid van plaatijzeren daken de onderlinge storende band wordt vergroot, vooral op de tactische golflengten. Toch blijft deze extra-storing bij indeeling der stations opeen zelfde standplaats volgens bovenstaande beginselen beneden het onderlinge golflengteverschil en is dus uitgesloten. Op een zelfde standplaats moeten de tactische stations op 100 Meter onderlingen afstand worden opgesteld. 315

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 47