Uitgaande van het genoemde minimum aan bedieningspersoneel per station en het aantal benoodigde stations voor het geheele leger, komt men zelfs met de meest sobere toebedeeling van radiomaterieel aan de verschillende legeronderdeelen op een beduidend grootere formatiesterkte. Het spreekt vanzelf, dat voor vredesoefeningen bij een 8-urigen werkdag met minder personeel per station kan worden volstaan en wel per strategisch station 1 Comdt. 2 man, per tactisch station 1 Comdt. 4- 1 man. Teneinde zoo spoedig mogelijk in het personeelstekort na uitbreiding der Radio-Afdeeling in 1929 te voorzien, zijn in Juni en October 1927 en October 1928 militairen van andere wapens in opleiding genomen. Een chronologisch overzicht van den groei der Radio-Afdeeling geeft onderstaande tabel. d ÓE- eh "So tn of Egs. R.T. .22 'S cn r, Brig, le kl o.^ O 3 Sterkte der Radio-Af deeling op le) 1 Juni 1927 1 3 3 6 8 6 2e) 1 Juni 1928 3 2 6 22 30 3e) 1 Juni 1929 3 14 7 40 29 (vermoedelijk) Indien in medio 1929 nog één ploeg militairen in opleiding wordt genomen, kan in Juni 1930 de nummerieke sterkte der formatie en na voortgezette opleiding op de Kaderschool in 1933 de effectieve sterkte in de verschillende rangen (behoudens waar schijnlijk in den rang van Adj. O.O. en Sergt. maj.) zijn bereikt. De toename van het aantal beschikbare stations moet gelijken tred houden met de geleidelijke uitbreiding der aanwezige sterkte bij de Radio-Afdeeling. Volgens het jaarprogramma bij die Afdeeling heeft van November tot en met April/Mei de opleiding van de Kaderschool en tot geniesoldaat le kl. R.T. plaats. De laatste opleiding geschiedt in hoofdzaak in de sein- en sounderlokalen. Eerst, indien de leerlingen R. T. het gewenschte sein- en soun dertempo (dit geschiedt in circa 8 maanden) hebben bereikt, wordt hen de practische toesteldienst onderwezen. 325 c? i— CL) C/3 f_ Sc* 1 -4—_t O) 3 UJ QJ i- (1) Z C/3

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 57