Het getal 300 M. voor minimum afstand van de eigen troepen tot het doel bij loodrecht schieten in vlak terrein op middelbare gevechtsafstanden (boven 2500 M.), genoemd in punt 18(2) van het G. V. Mob. A. is dan ook bij goede waarneming beslist zoo danig aan den veiligen kant, dat wanneer men zich daaraan hield de aanvallende infanterie den vuursteun van de Artillerie zou mis sen op de momenten dat ze die juist het minst kan ontberen en de zienswijze, dat de artillerie dan haar vuur zou moeten staken of verleggen, beschouw ik als een lang niet voor de meeste gevallen toepasselijke les uit den Europeeschen oorlog getrokken. V/at was daar namelijk het geval? De projectielen werden groo- tendcels vervaardigd in de particuliere industrie, die daar uit den aard van de zaak niet op ingesteld is en ook niet kan zijn, omdat het bedrijf niet in enkele jaren te leeren is. Zoo eenvoudig is het niet. Die projectielen hadden gewichtsverschillen, vele malen grooter dan onze munitie, en wat van nog veel meer invloed was, ze hadden een (verschil van de ballistische coëfficiënt met die van het nor male projectiel) door slechte afwerking, vooral als gevolg van een onjuiste ligging van het zwaartepunt, iets wat bij onze munitie ook niet voorkomt. Voorts werden de vuurmonden ge bruikt, tot ze zoover uitgeschoten waren, dat de aanvangssnelheid met 10% was verminderd; al deelt men dan ook de vuurmonden met ongeveer gelijke Vo in bij eenzelfde batterij, de sterke toename van de spreiding in Vo kan men niet ontgaan. Noch het een, noch het ander kan bij ons voorkomen, want parti culiere industrie van eenig belang, waar projectielen kunnen worden vervaardigd, is hier niet en om onze kanonnen een dVo (afwijking van de normale Vo) te bezorgen, daarvoor krijgen wij geen schijn van kans, al was onze munitievoorraad belangrijk grooter. Een oorlog in ons Indië zal n. m. m. een heel ander beeld geven van den artillerie-steun. Ik acht het zeer wel denkbaar, dat deze zou te zien geven wat de Russisch-Japansche oorlog te zien gaf: het voortzetten van het artillerievuur tot het binnendringen in de vijandelijke stelling, in ieder geval tot het begin van den storm aanval. Het zal eerst worden verlegd op het daartoe bepaalde (R. O. S. blz. 55) of ander afgesproken sein- of telefoonbericht (in de toekomst radio-sein)een enkele treffer in eigen troepen zal desnoods worden .aanvaard. Als wij het zoo niet opvatten, de snoode vijand, die altijd anders doet als wij willen, doet het zeker, vooral daar het materieel sedert den Russisch-Japanschen oorlog wel eenigszins uit ballistisch oogpunt is verbeterd. Bovendien kan men sedert dien tijd ook in schokvuur, dus met granaten met ge voelige buis en een beter inleiding tot de detonatie van de granaat lading goede uitwerking verkrijgen, wat met de toenmalige granaten niet mogelijk was; dit vuur is uit den aard der zaak langer voort te zetten dan granaatkartetsvuur. 331

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 63