De geheele divisiegroepsartillerie kreeg opdracht om zich gereed
te stellen, ten einde bij het voorwaarts gaan van de divisiegroep
de vijandelijke artillerie te bestrijden en om daarna zoo noodig
echelonsgewijze voorwaarts van stelling te veranderen. Hierbij
dient echter tevens tijdig aan de onderdeelen der artillerie te
worden opgegeven waarheen van stelling veranderd moet worden,
zoodat te voren reeds de noodige voorbereidingen kunnen worden
getroffen voor inname der nieuwe stellingen en voor de vuurope-
ning. Voor het bevuren van 's vijands artillerie moeten zoo spoedig
mogelijk een of meer vliegtuigen ter beschikking worden gesteld
van den artilleriecommandant, voor doelverkenning en waarneming.
Het maakte een punt van bespreking uit of de divisiegroepsartil
lerie direct in haar geheel in stelling moest worden gebracht of
dat dit echelonsgewijze diende te geschieden, nadat de gevechts
aanraking was verkregen en de behoefte zich deed gevoelen.
Men was van oordeel, dat waar men elk oogenblik met den
vijand in gevecht kon worden gewikkeld, tegen de eerste oplossing
in dit geval weinig bezwaren konden bestaan, omdat ook het te
doorschrijden terrein zeer overzichtelijk was en aan het in stelling
komen der zware artillerie geen groote moeilijkheden in den weg
werden gelegd. Was dit laatste echter wel het geval of was het
terrein weinig overzichtelijk, dan ware het beter te wachten, totdat
het gevecht een meer stabiel karakter had aangenomen. Wanneer
men bij oefeningen eenmaal artillerie met veel moeite in stelling
heeft gebracht verdient het aanbeveling om haar ook zoo spoedig
mogelijk een vuuropdracht te verstrekken, ten einde zoodoende niet
de kans te loopen, dat alle moeite voor niets wordt gedaan!
Aan de luchtstrijdkrachten, ingedeeld bij de Blauwe divisiegroep,
werd opgedragen in een bepaalde strook te verkennen (tactische
verkenning) waarbij bovendien nog bepaalde verkenningsobjecten
(oorden, rivierdalen enz.) werden opgegeven.
De luchtdoelartillerie moest gedurende den opmarsch, echelonsge
wijze van stelling veranderend, de divisiegroep tegen luchtgevaar
beveiligen.
Elk der twee divisiën rukte op in twee colonnes; bij elke colonne
was een voorhoede, doch de gezamenlijke voorhoeden van elke
divisie stonden onder commando van een z. g. n. gemeenschap-
pelijken voorhoedencommandant. Dit systeem bleek onder de
geschetste omstandigheden minder goed te voldoen. Zelfs bij de
Noorder-divisie waar het te doorschrijden terrein weinig doorsneden
en zeer overzichtelijk was, waardoor een gemeenschappelijke com
mandovoering bij de voorhoeden dus in hooge mate in de hand
werd gewerkt, liet de leiding van den gemeenschappelijken com
mandant (regt. cdt.), die zich bij één der voorhoeden ophield,
gedurende den opmarsch tengevolge van de groote breedte van het
marschvak reeds te wenschen over en ging deze bij de eerste ge
vechtsaanrakingen vrijwel geheel verloren.
337