in dat geval verdient het aanbeveling de artillerie voor de inleiden
de beschietingen zooveel mogelijk onder een commando te stellen
voor eventueele vuurconcentraties.
Bij voorbereidende artilleriebeschietingen op oorden, boschper-
ceelen enz. moet men niet slechts frontaal vuur voorbereiden,
doch ook langs de flanken van die oorden, omdat het noodig kan
zijn om tusschen twee dergelijke terreinvoorwerpen aan te vallen,
hetzij om den vijand ter plaatse te doorbreken, hetzij om een front-
aanval op een der oorden door een omvattenden aanval te steunen.
Wat den verdediger betreft, voor hem vormen tegenstooten steeds
een der machtigste afweermiddelen; zij brengen herhaaldelijk ver
warring te weeg bij den aanvaller.
Men vermijde voor troepenverzamelingen markante punten in
het terrein, deze trekken onwillekeurig het artillerievuur tot zich,
ook al zijn de troepen zelf nog niet ontdekt.
Betreffende den voorpostendienst viel op te merken, dat de voorpos
ten nimmer te vroeg moeten inrukken, voordat voldoende sterke afdee-
lingen den voorpostenketen zijn gepasseerd. De voorpostentroepen
sluiten aan bij den staat der colonne, terwijl het overweging verdient
hen dien dag zooveel mogelijk te gebruiken al reserveafdeelingen.
Bij een gezamenlijk optreden van cavalerie en wielrijders ver
dient het aanbeveling om aan het voorste echelon wielrijders steeds
cavalerie toe te voegen, aangezien het anders herhaaldelijk zal voorko
men, dat die voorste wielrijdersafdeelingen in een val zullen loopen.
Wordt er cavalerie bij ingedeeld, dan kan deze het terrein nabij
den inarschweg doorzoeken en zoodoende de wielrijders vrijwaren
voor een hinderlaag.
Ziet hier enkele grepen uit den grooten voorraad stof op tactisch
gebied, welke gedurende beide besprekingsdagen werd behandeld.
Op hetgeen omtrent de hulpdiensten werd gezegd, zal hier niet
verder worden ingegaan.
Vermeend wordt echter, dat deze verhandeling niet mag worden
geëindigd, zonder dat ook hier, evenals dit aan het slot der bespre
king geschiedde, worde gewezen op de buitengewone hartelijke
ontvangst der troepen in dat gedeelte van ons land, dat volgens
vele Belgen er naar hunkert om bij België te worden ingelijfd.
De geestdrift waarmede honderden, zelfs ouden van dagen, op
grooten afstand van huis en haard de manoeuvres op den voet
volgden, zoo zelfs, dat dit soms belemmerend werkte op den goeden
gang van zaken en de spontaniteit waarmede overal de troepen
werden ontvangen en onthaald, getuigen wel voor een andere op
vatting bij onze Zuid-Limburgers dan hierboven vermeld, i)
December 1928.
342
Het zij ons vergund in dit verband de aandacht te vestigen op een
bijdrage, voorkomende in de Februari-aflevering van Mavors getiteld „Op
merkingen naar aanleiding van gehouden oefeningen".