De sectië(n) der compagniesreserve zal (zullen) voor wat betreft de K. M. groepen, dezelfde dekkingen als hiervoren beschreven moeten maken. Voor de K. groepen zullen in verband met de taak der compagniesreserve (zie art. 153 A. T. V. en art. 210 en 222 G. V. I.) slechts afwachtingsdekkingen noodig zijn. Veelal zal een oordeelkundige opstelling der K. groepen in het terrein reeds het gewenschte resultaat brengen, terwijl, wanneer zulks niet mogelijk is, de te maken .afwachtingsdekkingen vrijwel eender zullen kunnen zijn als de dekkingen der K. groepen in fig. 2 geschetst. Er blijven thans voor de compagnie nog over 1120 750 370 man-uren, terwijl er nog rest te maken: 1 commandopost c. c., (is een scherfvrije schuilplaats voor zittenden voor een groep van 10 man 45 man-uren Maskeeren van den co. post 20 1 uitkijkpost, binnenwerks 0.60 M. lang voor den c. c. fig. 6 en 7) met maskeeren 10 3 uitkijkposten (tevens commandopost) voor S. Cn. (fig. 6 en 7) elk ingericht voor 4 man (S. C. plus 3 ordn.) binnenwerks gemeten 1.20 M. lang. met maskeeren 3 X '5 m. u. is 45 Tot stand brengen of verbeteren van de communi catie in de compagnie 80 200 man-uren Voor de munitie uit den gevechtstrein a 10.000 patronen per compagnie zegge 20 blikken zal plaats kunnen worden gevonden in den commandopost van den comp. commandant en in die dei- sectiecommandanten (zie ook art. 191 G. V. I. Een deel der munitie is in de meeste gevallen reeds uigereikt aan de karabijndragenden voordat de compagnie den marschweg heeft verlaten, terwijl de K. M. 's elk een uitrusting hebben van 2200 patronen, zoodat ook in de vuurlinie voldoende aanwezig is). Aan het maken van de hindernis kunnen ten slotte nog 170 inan-uren besteed worden. Een hindernis kiezende van het type als fig. 8 aangeeft, zal het mogelijk zijn om, in den gegeven tijd een lengte van 300 M. te overspannen. Wil men de hindernis breeder dan 3 M. hebben, dan kunnen over een lengte van 150 M. b. v. twee van dergelijke ver sperringen achter elkaar aangelegd worden. Het in evengenoemde figuren geschetste type is door de Infanterie zelf na zeer weinig oefening gemakkelijk te maken en is daarom verre te verkiezen boven de „normale" draadversperring, bij welke men leiding van personeel der genietroepen zeker niet kan ontberen. 348 Gerekend is, behalve de ordonnansen van de comp., op eenig verbindings personeel.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 80