366
Na kort uiteen te hebben gezet, dat men allerwege ruime aandacht schenkt
aan de bescherming van de burgerbevolking, o.a. voorbeelden te hebben
aangehaald uit Rusland, Polen, Engeland, Frankrijk en Japan, geeft de schrijver
een overzicht van het Arbeidsprogramma voorgelegd aan, en aanvaard door
eene commissie ter bestudeering van het gasbeschermingsvraagstuk der civiele
bevolking (Conferentie op 16 Januari 1928 gehouden te Brussel op voorstel
van den President van het Internationale Roode-kruis-comité te Genève)
De lezing van dit artikel wordt aanbevolen.
„Mijne oorlogsherinneringen" door kolonel Lebaud wordt voortgezet.
Overigens bevat het nummer Vereenigingsnieuws en het gebruikelijk pers
overzicht.
12. TIJDSCHRIFTENOVERZICHT.
Orgaan der Vereeniging ter beoefening van de Krijgswetenschap.
1928-1929 lVe Aflevering. De motoriseering der legers; ook van Nederlandsch
standpunt gezien door V. Polis.
Deze belangwekkende voordracht verdient alle aandacht vooral ook omdat
in een kort bestek de voornaamste vraagstukken op dit gebied overzichtelijk
worden belicht.
De inleider begint met te wijzen op de enorme vlucht, die het gebruik
van motoren voor verplaatsing in de laatste jaren heeft genomen, welke woorden
naar onze meening zeker ook voor Nederlandsch-Indië gelden.
De voor- en nadeelen van paard en auto, voor zoover voor ons van belang
worden als volgt tegenover elkaar gesteld.
Paard. Auto.
Voordeelen.
Ie. Paardentractie is soepeler.
2e.
3e.
Ie.
2e.
3e.
4e.
Een paardenbespanning kan 2/3 van
haar sterkte verliezen, alvorens de
vuurmond onverplaatsbaar wordt.
Oroote reserve in de paarden van
caissons en andere voertuigen.
Nadeelen.
Beperkt, uithoudingsvermogen
nachtmarschen hebben een ver
woestenden invloed.
Onderhoud en regeling ook als geen
arbeid wordt verricht.
Opleiding tot ruiter eischt meer tijd
dan opleiding tot chauffeur.
Tegen gas niet (lees moeilijk) te
beschermen.
Is bij de auto een kwestie van tech
niek en bedrevenheid van den chauf
feur.
Biedt kleiner en minder kwetsbaar
doel dan een paardenbespanning.
Geldt ook voor auto's.
Uithoudingsvermogen beperkt tot
dat van den bestuurder.
Door tijdige verwisseling van chauffeur
is het uithoudingsvermogen onbe
grensd.
Als dit juist is zou paardentractie alleen
om deze reden gedoemd zijn te ver
dwijnen.
(Dr. Stadhouder zie I. M. T. 1929 no. 3
acht een bevredigende oplossing niet
onmogelijk).