voor het Rif het recht van zelfbeschikking opeischt „overeen komstig de beginselen, vervat in het Verdrag van Versailles". De amrar ziet zijn invloed wassen door de toenemende onte vredenheid tegen den amil Dris er Rifi, die van de gewone begripsverwarring tusschen macht en machtsmisbruik blijk geeft. De eerste wapenzendingen van Gardiner zijn aangekomen en Abd el Krim voelt zich sterk genoeg om de stammen in de om geving van Melilla nog onder Spaansch gezag staande, met onteigening ten voordeele van zijn partijgangers te bedreigen, als zij voortgaan met aan Spanje trouw te blijven. De schermutselingen met de Spaansche posten zijn sedert het vertrek van Berenguer voor de Rifanen niet onfortuinlijk verloopen en hebben hun de gelegenheid geschonken zich met de moderne strijdmiddelen vertrouwd te maken. Tegen het toenemend gebruik van vliegtuigen aan Spaansche zijde heeft de amrar in elk dorp onderkomens doen graven en van de stoutmoedige vliegeniers is een tweetal levend in handen van zijn scherpschutters gevallen (bpt. Garcia Pena en lt. Florencio). Een drietal tanks, behoorend tot den post Dar Drious hebben schrik en ontsteltenis verspreid onder zijn paco's. Jean du Taillis geeft, als ooggetuige, daarvan de volgende beschrijving (30) „De verschijning van tanks heeft een nieuw ingrijpen van den chef noodzakelijk gemaakt en daarom moepakat hij heden op de souk (passer) van Midher. Allah, zoo spreekt hij de menigte toe, eischt van de ware Mahi ed Din (verdedigers van het geloof) de opoffering van hun leven. Allah eischt honderd krijgslieden, besloten om te sterven. Dat zij, die den roepstem van Allah begrepen hebben, voortreden Nagenoeg allen dringen zich naar voren en Si Mohand kiest er honderd uit van de vlugsten, van hen, wien zelfs geen al te nieuwe djellaba belemmert. Nu, na hen afgezonderd te hebben, vertrouwt hij hun toe, wat hij van ze verwacht en de manoeuvre, die zij moeten volvoeren. Dan trekt ieder zich zwijgend terug, in diepen ernst, het gelaat als door een inwendige uitstraling verlicht. 8 Ik zie ze voorbij trekken, het kleine bataljon van honderd Mahi ed Din, die in trotsche houding den dood tegemoet rnarcheeren. Zij zingen niet; zij haasten zich, zonder den pas te versnellen, schouder aan schouder, naar de ondiepe vallei van de Kert, die het tooneel van hun zelfopoffering gaat worden. Dar Drious, waar net kanon dondert, schijnt het doel te zijn. Maar daar verheffen zich wolken stof voor de vijandelijke liniën. De Mahi ed Din neoben zich in de vlakte verspreid, zij zijn in de struiken gaan liggen en schijnen niets te zien, niets te hooren, zelfs niet het oorverdoovend geroffel der motoren, den zwaren gang van die drie enorme oorlogswagens. De tanks spuwen kogels uit hun 277 (30). Au coeur du Rif. Illustration, dd. 2-9-1922, p. 197.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 9