14. HET LUCHTWAPEN BIJ BINNENLANDSCHE ONLUSTEN. door C. GIEBEL en J. HOSTE, Eerste luitenants-vliegenier. Volgens de grondslagen voor de verdediging van Nederlandsch- 'Jndië is de primaire taak van het leger de handhaving van de orde en rust. Waar nu het leger beschikt over vliegtuigen en het luchtwapen bij het handhaven van het gezag in de koloniën van Engeland en Frankrijk meermalen met succes is gebruikt, doet zich de vraag voor, of daartoe ook niet in Nederlandsch-Indië van het luchtwapen met vrucht gebruik kan worden gemaakt. De gebruiksmogelijkheden van het vliegtuig bij binnenlandsche onlusten zouden we in twee groepen kunnen onderscheiden: le. het vliegtuig komt zelf niet met de verzetspartij in aanraking doch dient alleen voor snelvervoer ten bate van de strij dende troepen. 2e. het vliegtuig komt wel met de verzetspartij in onmiddellijk contact en treedt tegen haar gewelddadig op. Als vervoermiddel kan het vliegtuig op verschillende manieren van dienst zijn. In de eerste plaats denken we aan troepen vervoer. Twee verkeersvliegtuigen van de K. N. I. L. M. kunnen één brigade infanterie vervoeren. Een afstand Batavia Medan kan onder gunstige weersomstandigheden in één dag worden afge legd. Voor troepenvervoer zou van het vliegtuig naar omstandig heden gebruik kunnen worden gemaakt. Naar omstandigheden, want meerdere malen zal zich het geval voordoen, dat men met andere middelen van vervoer en van andere plaatsen troepen van grootere sterkte dan een paar brigades in nagenoeg denzelfden tijd naar het terrein van actie kan vervoeren. Zooals de stand van zaken bij militaire en civiele luchtvaart nu nog is, zou snelvervoer van troepen per vliegtuig alleen plaats kunnen hebben vanuit Bandoeng en Batavia, omdat de verkeers vliegtuigen, die het legerbestuur voor troepenvervoer zou kunnen gebruiken, daar nu eenmaal zijn. We kunnen in het algemeen zeggen, dat hoe hooger de trap van ontwikkeling is van het gebied, waarheen troepenvervoer moet 483

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 105