Den 6en Nov. 1915 verrichtte Lt. ter Poorten met zijn in Ame rika geëngageerden mécanicien als passagier de eerste militaire vlucht in Indië. Daarop volgde een serie vluchten o. a. naar Serang en een naar Bekassi, waarbij een tusschenlanding werd u'tgevoerd op de aan den postweg nabij die plaats gelegen rawah. Verschillen de leger- en marine-autoriteiten gingen achtereenvolgens als pas sagier mede. De luitenants Van Wijk en Leendertz en de Onderluitenant Mosselman werden bij de intusschen opgerichte proefvliegafdee- ling geplaatst teneinde t. z. t. te worden opgeleid voor bestuurder. Al vrij spoedig werd besloten een aanvang te maken met het gebruiken van de machines als landvliegtuig. Generaal de Greve vestigde de aandacht op de Tjiasam en Pamanoekanlanden voor het uitzoeken van vliegterreinen en al spoedig werd na een onderzoek ter plaatse de keuze gevestigd op het tegenwoordige vliegterrein bij Kalidjati. Het groote bezwaar was alleen de zoo sterk geïsoleerde lig ging; Kalidjati was nl. in den regentijd practisch niet per auto mobiel te bereiken, behalve natuurlijk uit Soebang. Onder aanhoudende zware regenbuien werd in Januari 1916 het terrein door eenige compagnieën infanterie schoongekapt, het toestel vervolgens per trein naar Pr. Boengoer vervoerd en ver volgens over 4 K.M. zwaar geïnundeerd terrein door koelies naar Kalidjati gepikoeld, alwaar de montage in de open lucht plaats had. In de eerste week van Februari hadden de eerste vluchten plaats boven Kalidjati en omgeving. Niettegenstaande het toestel als gevolg van het gedurende langen tijd voortdurend blootgesteld zijn aan de zware regens, aanzienlijk in draagvermogen etc. achteruit was ge gaan, achtte men de proeven in zooverre geslaagd, dat thans met spoed een tweede commissie werd benoemd, bestaande uit Kapitein Vogelesang en Luit. ter Poorten, teneinde in Los Angelos een 12-tal Glenn Martin-vliegtuigen te koopen. De commissie zou reeds den 19en Februari vertrekken. Alvorens te vertrekken, had de Legercommandant op verzoek van den commandant der proefvliegafdeeling, zich bereid verklaard een vlucht als passagier mede te maken teneinde een bewijs van vertrouwen in het nieuwe wapen te geven en een voorbeeld aan de jongere collega's te stellen. Deze vlucht hadden 14enFebr. plaats; oorspronkelijk op 9. v.m. gesteld, werd zij als gevolg van de herhaalde regen- en windvlagen telkens uitgesteld tot ongeveer 12 uur 's middags. Reeds in de eerste bocht gleed het zwaar belaste toestel op een hoogte van ongeveer 60 M. af, geraakte in een „nose-dive' en versplinterde zich tegen den grond. Generaal Michielsen werd onmiddellijk gedood, terwijl Lt. ter Poorten zwaar gewond werd. 395

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 11