498 wing te nemen, daarbij twee punten naar voren brengende die van het hoogste belang zijn voor officieren en het kader der inf. nl. de directe steun en het onmiddellijk begeleiden door de art. Men bestudeere beide artikelen in verband met elkaar. De Militaire Spectator No. 2, Februari 1929. Beschouwingen over aanvoering en gebruik der D.G.A." Maj. Q. Doorman. Achtereenvolgens worden behandeld A. Legering, marschen, en verplaatsingen der D. O. A. B. De wijze en het tijdstip van het vormen en uitbreiden van een D. G. A. C. Het organiseeren van staven van een D.G.A. D. Het samenwerken van de D.G.A. met de Ar. V. A. en de lichtmeet- diensten en de wijze waarop de C. D.G.A. zijn opdrachten en bevelen van den D. G. C., c. q. van den D. G. A. C. krijgt. E. Werkzaamheden van den C. D.G.A. F. De wijze van het afgeven van storende vuren. G. De verhouding tusschen D. A. en D.G.A. in het bijzonder het optreden van deelen der D.G.A. rechtstreeks ten bate van den strijd der Div. en de ver houding tusschen de legerart. en de D. G. A. Mechaniseering. Mil. Wochenblatt No. 30, Februari 1929. „Englische Mechaniseerungs- plane fiir 1929". Einde 1928 werd de gepantserde proefbrigade (Experimental Armoured Force) in Engeland opgeheven. Op grond van de opgedane ervaringen werd voor 1929 bepaald dat werden opgericht: 1 nieuwe gep. proefafdeeling in het zuidel. commando, met de 7de inf. brig, (die ook tot de oude proefbrig. behoord heeft) en een tweede in het Aldershot-Co. met de 6de inf. brig. Iedere afd. zal bestaan uit: 3 bat. inf., 1 licht tank-bat. en een 7,6 c. m. mor tierbatterij. De mitr. compagnieën der bat. worden gemechaniseerd. De inf. compagnieën marcheeren; in vervoer per auto is voorzien als bijzondere bewegelijkheid vereischt wordt Ook de cav. der 1ste en 2de cav. brig, zal in '29 proeven nemen op het gebied der mechaniseering voor mitr. vervoer en verder per cav. brig, met 1 gemech. 9,4 c. m. houwitserbatterij. Ten einde de gunstigste getalverhouding der lichte en middelbare tanks in 1 bat. te bepalen, worden proeven gehouden met het 2de bat. R. T. C. dat 33 middelbare en 32 lichte tanks krijgt en het 4de bat. dat 17 midd. en 32 lichte tanks krijgt. Verder overweegt men nog indeeling per inf. brig, van 1 bat. lichte tanks en 1 batterij houw. of mortieren. Motoriseering. Mil. Wochenblatt No. 29, Februari 1929. „Einflusz motorisierter Trup- pen und Flieger auf Grenzschutz und Aufmarsch". Schr. betoogt dat niet meer (als tot dusver) een meer of minder dichte afsluiting der grenzen met kleine afdeelingen daarachter, voldoende is. De gevechtskracht moet veeleer door toebedeeling van gemotoriseerde troepen vergroot en beweeglijker gemaakt worden. De inzet op het juiste oogenblik en de juiste plaats wordt mogelijk gemaakt door het vormen van een zorgvuldig opgebouwden inlichtingendienst. Bij de grenstroepen moeten zijn ingedeeld vliegtuigen, afweergeschut en zoeklichten. Schr. neemt in beschouwing de eisch dat de uitlaadstations zoover naar achteren moeten liggen, dat verrassende vliegeraanvallen uitgesloten zijn; en daarna de tweede, tegenstrijdige eisch, dat het eigen land voor bombardement uit de lucht beveiligd moet zijn, wat meebrengt de voorste vijandelijke strijd krachten bij de opening der vijandelijkheden zoover mogelijk terug te druk ken Het opmarschgebied zal in verband met deze eischen gekozen moeten worden, waarbij een sterke grenswacht het gevaar voor een vijandelijken inval zal verminderen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 120