507 derde arbeidsprestatie gedurende den marsch (de ransel weegt iets meer dan 12 K.O.). Genietechniek. Mavors No. 3, Maart 1929. „Benige opmerkingen over de theorie en de con structie van schipbrngmaterieel"reserve lste luit. E. A. van Oenderen Stort. De denkbeelden in Mavors ontwikkeld over de alg. constructie van schip- brugmaterieel (door kapt. J. A. Mussert) geven schr. aanleiding om in dit artikel „de kwestie aan een globaal theoretisch onderzoek te onderwerpen, om in een volgend artikel constructie-details te behandelen". Tactiek der genie. La Revue d' infanterie. No. 436, Januari 1929. „Emploi tactique du Génie", kolonel Baills. Schr. merkt op dat bij het lezen van tactische verhandelingen men de genie altijd vindt aangeduid meteenige punten of wel, als de schr. met prij- zenswaardigen ijver het gebruik der genie behandelt, men vindt de genietroepen versnipperd in kleine afdeelingen en. volgens de vaste formule:ter beschikking gesteld van En bij de kaderoefeningen is het bijna altijd eveneens zoo. Door deze om standigheid is de kans groot dat de genietroepen in geval van oorlog weer op dezelfde verkeerde wijze worden gebruikt als in 1914, hetgeen aanleiding gaf tot vele misrekeningen. Schr. geeft hiervan voorbeelden waaruit we zien dat de genie zelfs werd gebruikt als volwaardige inf. In het hoofdstuk dat het gebruik van de genie tijdens den aanval behan delt (aan de hand van het voorgeschrevene in I'Instruction sur tactique des grandes unites) geeft schr. de taak aan van 1. de staf van bij groote troepeneenheden ingedeelde genie; 2. genietroepen bij een divisie en legerkorps; hierbij wordt besproken de genie ingedeeld bij verkenningsafdeelingen en bij de voorhoede. Punt 2 wordt toegelicht door voorbeelden uit de krijgsgeschiedenis (Augus tus 1914). U.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 129