Reeds den volgenden dag werd het eerste slachtoffer van de aviatiek in Ned-Indië onder enorme belangstelling te Weltevreden begraven. De aankoop van de 12 machines mocht echter zoo min moge lijk vertraging ondervinden. Reeds 4 dagen later vertrok Kapitein Vogelesang naar Amerika, 5 weken later gevolgd door den inmid dels uit het hospitaal ontslagen Lt. ter Poorten. Waar al spoedig na aankomst te Los Angelos bleek, dat operatief ingrijpen bij het laatstegenoemde commissie-lid alsnog noodzakelijk was en de behandelend geneesheer hem voor minstens nog 3 maan den het vliegen verbood, verzocht de commissie telegrafisch, één van de inmiddels te Soesterberg opgeleide Indische officieren te harer beschikking te willen stellen, aan welk verzoek werd voldaan door het zenden van den toenmaligen Luitenant Engelbert van Bever voorde. De 12 bestelde machines nl. 4 leertoestellen en 8 verkenners werden allen gedurende eenigen tijd door de beide vliegeniers der commissie èn als land- èn als watervliegtuig nog in Califor- nië in gebruik genomen en daarna verscheept naar Indië, alwaar de commissie begin April 1917 arriveerde. Daar werden de werkzaamheden verdeeld; kapitein Engelbert van Bevervoorde vertrok met eenige machines naar Kalidjati om aldaar het oprichten van een vliegschool ter hand te nemen, ter wijl Lt. ter Poorten met de overige toestellen te Tg. Priok bleef om ze één voor één als watervliegtuig in te vliegen en aan het Legerbestuur over te geven. Toen deze overgave was afgeloopen, verzocht Lt. ter Poorten om particuliere redenen ontheven te worden van zijn plaatsing bij den vliegdienst en keerde den len September '17 weer bij zijn wapen terug. II. De vliegschool. Kalidjati 1919 1929 (met 2 foto's). Nadat het vliegen in Indië gedurende eenigen tijd had stop- gestaan, werd het vliegterrein te Kalidjati medio 1919 weder in gebruik genomen. Op dat tijdstip waren hier te lande beschikbaar 1 luitenant vliegenier, 1 kapitein-leerling vliegenier, benevens 1 burgerhoofd werktuigkundige en 15 korporaals en onderofficierenmonteur. Er werd beschikt over twee vliegterreinen, n.l. Soekamiskin en Kali djati, waarvan het eerste niet geschikt was gebleken vooropleiding van vliegeniers. Het weder in gebruiknemen van Kalidjati vond haar oorzaak in het uitkomen van een drietal in Soesterberg voor den Indischen militairen vliegdienst opgeleide officieren van het N. I. leger. Tegelijkertijd waren uit Nederland uitgezonden een luchtvaart kundig ingenieur, twee officieren vliegenier, gedetacheerd van het Nederlandsche leger, en een hoofdmonteur. 396

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1929 | | pagina 12